'Slapend' Calamiteitenhospitaal oefent zich tijdens Danger Close

Gepubliceerd op: 8-11-2017

Bloedstollende wanorde zaterdag 4 november 2017 in het normaal ‘slapende’ Calamiteitenhospitaal in Utrecht. Maar dan gespeeld. En hoe! Samen met buurman het Centraal Militair Hospitaal (CMH) test het defensieziekenhuis zichzelf in de oefening Danger Close.

 

Het Calamiteitenhospitaal is de enige in zijn soort in Europa en gaat alleen bij een ramp of calamiteit open. Om de routine er enigszins in te houden, is er een keer per jaar een (grote) oefening om de procedures te testen. Werkt de medische keten naar behoren? Hoe komen de patiënten binnen? Hoe verloopt hun registratie? Dit keer zet een gasexplosie het CMH zogenaamd op stelten. Rookontwikkeling, op maanmannen lijkende brandweerlieden, vuistdikke brandslangen en kermende slachtoffers, gespeeld door acteurs van de Landelijke Organisatie tot Uitbeelding van Slachtoffers (LOTUS).

Via het labyrint van CMH-gangen en -liften worden de circa 150 gewonden naar het Calamiteitenhospitaal getransporteerd (200 bedden). Met indrukwekkende kalmte kanaliseert het ‘witte legioen’ de chaos. “Help even tillen! 1,2,3,4,5,6.” Met soepele precisie leggen verplegers een gewonde op een brancard. Via een ‘belboom’ opgeroepen hulptroepen van het CMH en het Universitair Medisch Centrum Utrecht druppelen binnen. Redden wat er te redden valt.

Om de flexibiliteit van het medisch personeel maximaal te testen, komen de gewonden niet alleen via de gebruikelijke ambulancesluis binnen, maar ook uit onverwachte hoeken. Bij de eerste opvang, Triage 1, krioelen artsen, traumatologen en ziekenverplegers door elkaar. “Wat een mooie georganiseerde chaos is het hier”, merkt de gewonde LOTUS-acteur Joyce Smit vanaf haar brancard op.

Weinig hick ups
Volgens hospitaalcommandant kapitein Ingelise Nieuwenhuijse komt Danger Close prima uit de verf. “Het lukt goed om iedereen te verrassen. Niemand verwacht bijvoorbeeld dat de meeste patiënten van binnenuit, vanuit het CMH, worden aangevoerd. Meestal komen ze van buiten. Toch zie ik weinig echte hick ups. We moeten wel blijven trainen om onze procedures verder te verbeteren.”

Bron : defensie.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief