Geef ons geld, zeggen deze topmannen van Defensie: ‘Wij zijn de klaplopers van de Navo’

Gepubliceerd op: 3-4-2021

De top van Defensie vindt dat er fors meer geld bijmoet om de krijgsmacht overeind te houden. Bij wijze van uitzondering treden ze daarom in de openbaarheid.
Echt lastig vinden ze het, om te praten over de zwakheden van de Nederlandse krijgsmacht. Pijnlijk ook. Nooit eerder spraken ze op die manier met de pers, de vier mannen die dagelijks de leiding hebben over de Nederlandse luchtmacht, de landmacht, de marine en de marechaussee. Mannen van de werkvloer. Om dat te benadrukken zijn ze vandaag in hun dagelijkse ‘kloffie’ naar het ministerie van Defensie gekomen. De mouwen opgerold, de officiële uniformen met rangen en onderscheidingen zijn thuis in de kast gebleven.
Commandant Zeestrijdkrachten Rob Kramer: “Klagen, dat doen militairen niet. Als ze ons vragen een meter ver te springen, kunnen we altijd nog een halve meter verder. Maar op dit moment moeten we met pijn zeggen: dat kan niet langer gratis.”
Dat Nederland veel minder uitgeeft aan de krijgsmacht dan de afgesproken Navo-norm van 2 procent van de economie, is bekend. Minister Ank Bijleveld pleitte onlangs voor miljarden extra, structureel, iets waar geen enkele politieke partij zich voluit aan committeerde in de verkiezingscampagne. Commandant Landstrijdkrachten Martin Wijnen: “Wij zijn de onderpresteerders in de Navo, terwijl iedereen weet hoe rijk we zijn. Wij zijn als leden van een voetbalvereniging die geen contributie betalen, en ook nog eens geen bardienst doen.”
Commandant Luchtstrijdkrachten Dennis Luyt: “En als we zelf aan de bar staan laten we anderen het rondje betalen. Wij zijn die hele vervelende leden.”
Vice-admiraal Rob Kramer, Commandant Zeestrijdkrachten. Hij heeft sinds 2017 de leiding over de Koninklijke Marine. Hij leidde onder meer de VN-missie tegen Somalische piraterij.Beeld Werry Crone
Hoe hoog is de nood op de werkvloer?
Luyt: “De Navo vraagt ons twee squadrons jachtvliegtuigen paraat te hebben (samen ongeveer 30 jachtvliegtuigen, red.). Door krapte in het budget en allerlei ingrepen kan ik er nul aanbieden voor snelle inzetbaarheid. We doen mee met de gewone bewaking van het Navo-luchtruim, maar meer ook niet. Dat is een pijnlijk verhaal.”
Kramer: “De helft van onze vloot ligt op dit moment in de haven. Van de 22 eenheden, van mijnenvegers tot grote schepen, liggen er elf binnen. Dat komt niet door corona, wel door personeelsgebrek en materiële krapte. Wat dat betekent? Geen stationsschip in de West, onvoldoende schepen om explosieven in de Noordzee te ruimen voor de bouw van windmolens, onvoldoende schepen om de koopvaardij te beschermen, geen schepen voor de hervatting van de operatie in de Middellandse Zee (de Europese missie tegen mensensmokkelaars voor de kust van Libië, red.).
Wijnen: “Ik zou willen dat het bij ons beter gaat, maar wij zijn internationaal gezien ook klaploper. Wát we doen, doen we goed. In de coronacrisis hebben we de 80 ziekenhuizen bijgestaan met 300 medics (medisch specialisten voor gevechtssituaties, red.). Burgers zien wat onze militairen doen, we worden er om geprezen, maar ze zien niet waar we vervolgens allemaal nee op moeten zeggen. We komen onze internationale afspraken niet na.”
Luitenant-generaal Dennis Luyt, Commandant Luchtstrijdkrachten. Hij heeft sinds 2016 de leiding over de Koninklijke Luchtmacht. Luyt begon als F16-vlieger en vloog onder andere in de missie boven Joegoslavië in de jaren negentig.Beeld Werry Crone
Je kijkt met schaamte naar het puntje van je schoenen
Commandant Marechaussee Hans Leijtens: “Ik heb geen eigen schepen of pantservoertuigen, bij ons zit de schaarste in de IT en in het personeel. Veiligheid komt steeds meer neer op data-analyse, vind daar maar eens voldoende specialisten voor. Maar als er pijn is bij de Marine, voel ik dat ook. We zijn sterk met elkaar verweven.”
Luyt: “Ik had drie weken geleden nog een Navo-meeting, waarbij afspraken werden geëvalueerd. Dan kijk je wel even met schaamte naar het puntje van je schoenen. Hoe trots ik ook ben op mijn vliegers, mijn mensen. Van de 27 Europese Navo-lidstaten bungelen wij in de onderste helft (Nederland is met 1,4 procent uitgaven de nummer achttien, red.). Tweederde van de landen groeit de komende jaren wél naar Navo-norm van 2 procent van het BBP, of zit daar al boven. De Navo is een prachtige organisatie, die veel betekent voor de veiligheid van onze achtertuin.”
Kramer: “Ik zie mijn Europese collega’s weleens kijken: jullie waren vroeger altijd op zee, hoezo kun je nu geen schepen leveren voor Frontex (het Europees Grens- en Kustwachtagentschap, red.). Dat doet pijn. Het is toch een verplichting die je schendt.”
Luitenant-generaal Hans Leijtens, Commandant Marechaussee. Hij heeft sinds 2019 de leiding over de Koninklijke Marechaussee, een functie die hij ook van 2012-2015 vervulde.Beeld Werry Crone
Dat Defensie meer geld wil, horen we al jaren. Sinds 2014 is er drie miljard per jaar bijgekomen, jaarlijks gaat er elf miljard euro naar de organisatie. Wat gaat er mis met de lobby?
Wijnen: Onze Commandant der Strijdkrachten Rob Bauer doet zijn best, Ank ook. Het is geen kwestie van niet kunnen, het is niet wíllen. Wij verdienen met internationale handel ons geld, wij willen overal meepraten, maar boeten hierdoor in aan invloed.”
Kramer: “ We staan op de dijk maar kijken naar binnen.”
Wijnen: “Wij zijn dat kleine Gallische dorpje, dat zich onkwetsbaar waant. Mensen voelen het gewoon niet. We zitten te ver van het oosten af, te ver van het zuiden, om iets te zien van de dreigingen.”
Wijnen: “Ik zou de Nederlanders wel eens willen meenemen naar Litouwen, waar onze mensen zijn gestationeerd. Daar voelen ze iedere dag de nabijheid van een tegenstander als Rusland, die het niet goed met ons voorheeft.”
Kramer: “Op de Noordzee varen regelmatig Russische onderzeeërs. Het komt vaker voor dat zo’n schip 24 of 48 uur zomaar gestopt ligt. Dat zou zomaar boven een datakabel kunnen zijn waar dan met ‘onderwater vehicles’ informatie wordt afgetapt. Er zijn datakabels die rechtstreeks naar de Amsterdamse beurs AEX lopen.”
Luitenant-generaal Martin Wijnen, Commandant Landstrijdkrachten. Hij heeft sinds 2019 de leiding over de Koninklijke Landmacht. Hij nam in zijn lange loopbaan onder andere deel aan de ISAF-missie in Afghanistan.Beeld Werry Crone
Luyt: “Kennelijk is er altijd een schok nodig om dreiging te voelen. Dat was zo na 9/11, en na de MH17 en de inval op de Krim, en nu weer met corona. Dan pas zien mensen de kwetsbaarheden van onze systemen. Maar als de schok voorbij is, keert de vanzelfsprekendheid terug.”
Leijtens: “Cyberaanvallen vormen een grote bedreiging. Die zijn per definitie onzichtbaar. Denk aan Schiphol en wat daar allemaal elektronisch gebeurt, aan controles, toegangssystemen, beveiliging. We hebben het nu in de hand, maar ik durf niet uit te sluiten dat het misgaat.”
Is het wel verstandig om hier zo uit te weiden over onze zwakke plekken?
Kramer: “Jullie hebben gelijk, dit is kwetsbaar. We hebben er ook vooraf discussie over gevoerd. Maar we willen dit éénmaal vertellen. We vinden collectief dat de mensen wakker moeten worden.”
Wijnen: “Als we niets zeggen, blijft iedereen denken dat het wel goed gaat. Dit is een ontzettend competitieve tak van sport. Wij moeten voortdurend blijven investeren in mensen en spullen.”
Klopt het wel dat het alleen om geld gaat? Defensie heeft ruim achtduizend vacatures.
Luyt: “Het begint met geld. Je wilt mensen iets kunnen bieden. Dat gaat ook om uitdagende oefeningen over de wereld, moderne arbeidsomstandigheden.”
Kramer: “Join the navy, see the World. Dan kan ik ze nu niet bieden als ze in Den Helder aan de kade liggen. Maar het is niet alleen kommer en kwel, dit is een fantastisch bedrijf, met humor en veel kameraadschap.”
Wijnen: “Al die nieuwe mensen opleiden kost ook geld. Defensie is een leerfabriek, daarmee doen we wat terug voor de maatschappij. Het gaat mensen niet altijd om de lease-auto. Ik wil niet de dominee spelen, maar wij geven ze echt wat mee voor het leven.”
Wij willen ook niet belerend zijn, maar we zien hier vier witte mannen die praten over humor en kameraadschap, als in de voetbalkantine. Hoe aantrekkelijk is Defensie als werkgever, voor vrouwen en mensen met een migratieachtergrond?
Luyt: “De praktijk is weerbarstig, we zijn er nog lang niet. We zetten wel stappen. In mijn raad van bestuur van de luchtmacht zijn onlangs twee vrouwen benoemd, mijn plaatsvervanger is vrouw.”
Leijtens: “Heel eerlijk, het gaat niet vanzelf. Bij ons is de instroom 40 procent vrouw, maar dat is niet genoeg, we blijven een vrij gesloten organisatie.”
Wijnen: We hebben rolmodellen nodig. Van de zestig tot zeventig topfunctionarissen zijn binnenkort vier vrouwen. Dat is nog te weinig. Divers samengestelde eenheden behalen hun doelen veelal beter.”
Kramer: “Bij de marine gaat het echt heel moeizaam om jongens met een migratieachtergrond binnen te halen. Het is stoer en uitdagend werk, maar ze willen minder vaak lang van huis, merken we. We hebben – dat kan ik hier wel zeggen – echt van alles geprobeerd, ook met burgemeester Aboutaleb van Rotterdam en met de imam van de krijgsmacht.”
Leijtens: “Bij de speciale eenheden en beveiliging zoals op Schiphol wordt het wel steeds diverser, er is vooral veel instroom van Marokkaanse en Turkse Nederlanders. Maar we moeten actief de boer op. Met mijn hoofd alleen – blonde witte man – lukt het niet.”
Luyt: “Defensie zit met een personeelssysteem dat nog uit 1917 stamt. Te star en te weinig flexibel. Dat wordt nu gemoderniseerd. Defensie blijft een jonge organisatie, maar we willen wel rendement uit onze mensen en hun opleiding halen. Parttime werken moet mogelijk zijn, of een periode dat je niet op missies wilt. Met de vakcentrales praten we over de optie van gedeeld werkgeverschap, bijvoorbeeld een onderhoudsmonteur die ook bij een garage of rederij werkt.”
Ligt de toekomst van het Nederlandse leger in meer samenwerking, of samensmelten, met Europese partners?
Kramer: “Dat gebeurt al heel veel in het militaire domein. De marine is volledig geïntegreerd met de Belgische marine. Zij doen de mijnenbestrijders, de vaartuigen en de opleiding. Wij de fregatten en we hebben het operationeel hoofdkwartier in Den Helder. De logistiek zit weer in Brugge.”
Wijnen: De landmacht werkt veel samen met Noord-West-Europese partners. We vragen daarom voortdurend om aanschaf van hetzelfde materiaal en spullen, maar dat lukt niet altijd door nationale industriepolitiek. Ik weet niet anders dat we over de grens met de Duitsers en de Fransen optrekken.”
Luyt: “In Eindhoven staan grote tankvliegtuigen voor de F-16’s en F-35’s, die hebben we met vijf landen samen. Al veel langer is er samenwerking, vooral vanwege de krimp van budgetten.”
Wijnen: “De Navo is natuurlijk helemaal op samenwerking gericht. En dan zijn we weer terug bij het begin: dat je moet leveren wat je in internationaal verband hebt afgesproken. Wij hebben te lang op de Verenigde Staten geleund.”
Hier om de hoek bij het ministerie van defensie praten ze nu over een nieuwe regering. Wat is volgens u het beste dat er uit kan komen in een nieuw regeerakkoord?
Luyt: “Een substantiële verhoging van het budget naar minstens het Europees gemiddelde. Dat is vier miljard. Dan kunnen we alle scheuren repareren én verder investeren in digitalisering. Wat onze tegenstanders op dit moment namelijk veel sneller doen.”
De zorg, onderwijs, herstel van de economie, alles en iedereen vraagt nu om miljarden. Hoe realistisch is deze wens?
Luyt: “Alle landen om ons heen hebben corona, toch haalt tweederde van hen wél die twee procent uitgaven aan Defensie. Corona mag geen excuustruus zijn.”
Wijnen: “Hoeveel kun je uit een zandhoop halen voordat het geen hoop meer is, maar los zand? Daarom zitten we hier. Er valt zoveel goeds te beschermen in Nederland. Geloof me, ik ben overal geweest en veel beter dan in Nederland wordt het niet.”
Kramer: “Andere landen zien beter dat de wereld geen roze krentenbol meer is. Defensie is geen luxe, het is moeten. Ik wil niet dwepen, maar we hebben eerder in de geschiedenis voor een situatie gestaan dat we het aan zagen komen, maar niets deden. Dat kan weer gebeuren. Ik merk dat ik het moeilijk vind om er in deze termen over te praten. Dat heb ik in mijn 38 jaar bij Defensie niet eerder gedaan.”
Lees ook:
‘Defensie moest van ver komen, maar we doen wel degelijk mee’
Defensie moest ‘van ver komen’, zegt minister Ank Bijleveld zelf. Maar de rust lijkt terug. Aan internationale verzoeken kan Nederland nog lang niet altijd voldoen ‘Maar we doen wel degelijk serieus mee.’




Bron: Trouw

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief