Wederopbouw Sint-Maarten, door Hans Leijtens

Gepubliceerd op: 19-12-2017

Op woensdag 6 september richtte orkaan Irma, zoals gevreesd, grote schade aan op Sint-Maarten. Twee dagen later werd Hans Leijtens benoemd tot project-directeur-generaal Wederopbouw Bovenwindse Eilanden. Een missie met grote impact, staatsrechtelijke strubbelingen en dilemma’s. ‘Ik heb me toch wel even achter de oren gekrabd voor ik 700.000 euro uitgaf aan één vlucht.’

Afbeelding verwijderdOp het moment van de ramp zat Hans Leijtens in Engeland voor een opleiding. ‘Per sms heb ik mijn diensten aangeboden aan Richard van Zwol, op dat moment SG bij BZK. Twee dagen later zat ik met hem en Erwin Arkenbout in Den Haag aan tafel en hebben we knopen doorgehakt. Ik kreeg de leiding over de noodhulp en de wederopbouw. Er werd een crisisteam opgericht, en de minister werd voorbereid, omdat al duidelijk was dat de orkaan grote gevolgen zou hebben. De formele kant van de zaak, inclusief mijn detachering vanuit Bureau ABD, was snel geregeld.

Noodhulp
‘Ik kon na mijn benoeming meteen door naar het ministerie van Defensie, om de eerste noodhulp te regelen.’ Hans’ militaire ervaring – hij heeft een uitgebreide militaire opleiding en loopbaan – kwam daarbij zeker van pas. ‘Niet alleen omdat ik de structuren en processen van Defensie ken.

Op het departement noemt men mij nog steeds ‘generaal’, daardoor ondervind ik toch net dat beetje extra steun. Defensie heeft bergen verzet in de noodhulp: een luchtbrug, hulpgoederen, mensen om de orde te bewaken. En natuurlijk even later het Joint Support Ship Karel Doorman, met talloze hulpgoederen en materialen.’

Saamhorigheid
Erwin Arkenbout, met wie Hans nauw samenwerkt, werd de volgende dag als Head of Mission uitgezonden naar Sint-Maarten. Dezelfde dag nog breidde Hans zijn team flink uit. ‘Ik koos voor collega’s die de benodigde skills hebben én die ik ken en vertrouw. In de flexhoek op de achtste verdieping van het BZK-gebouw van waaruit we werkten ontstond meteen een sfeer van saamhorigheid. Dat kan ook niet anders. Je maakt met je team lange dagen, dat schept een band.

Vanuit Den Haag hadden we een coördinerende rol. Zo heb ik drie mensen op het matchen van vraag en aanbod gezet. Eén hield zich bezig met internationale organisaties zoals het Rode Kruis, UNICEF en de VN, een ander met de particuliere hulp en weer een ander zorgde voor de coördinatie van het hulpaanbod van bedrijven.’

Staatsrecht
Al in de eerste dagen na de orkaan kwamen er berichten dat de complexiteit van de bestuurlijke status van Sint-Maarten effectieve hulp in de weg zou staan. Hans zegt daarover: ‘In de noodhulpfase is staatsrecht geen issue. Je doet gewoon wat er moet gebeuren. Pas daarna wordt het ingewikkeld. Hoe de landen zich binnen het koninkrijk tot elkaar verhouden staat beschreven in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, maar wordt het ook zo ervaren?

Of het een periode van noodhulp is of van wederopbouw is een belangrijk staatsrechtelijk verschil, maar op Sint-Maarten blijft de situatie onveranderd slecht. Het eiland is sinds 10 oktober 2010 (10-10-10) zelf verantwoordelijk, maar niet in staat om de wederopbouw te regelen. De inkomsten uit het toerisme zijn weggevallen en de schade bedraagt zo’n 1,8 miljard euro. Een deel daarvan is verzekerde schade, maar er blijft een gat in de begroting van zo’n 800 miljoen euro. Hoe gaan we daar als Nederland mee om?’

Relatie EU
Ook in de relatie met de EU ligt het staatsrecht nogal in de weg. Het Franse deel van het eiland is rechtsreeks deel van Frankrijk. Het Nederlandse deel heeft volgens de EU een LGO-status (Landen en gebieden Overzee). Dat betekent dat in principe de aanspraak op EU-gelden ook moeilijker ligt. Het Europees Parlement heeft vanaf het begin van de ramp aan de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker gevraagd om beide eilanddelen gelijk te behandelen, maar vooralsnog ligt er een brief die niet helemaal duidelijk is. Mijn Franse collega en ik hebben afspraken gemaakt over hoe we samen kunnen optrekken naar de EU.’

‘Hoe ronden we het af? Dat blijft complex’

Voorwaarden aan hulp
Vanaf 1 december sluiten we de noodhulp af en begint de wederopbouw. Nederland heeft daarbij voorwaarden gesteld die inmiddels geaccepteerd zijn. Hans: ‘Zo moet er een integriteitskamer komen en serieuze grensbewaking. Sint-Maarten heeft een grote aantrekkingskracht vanuit de regio. Het eiland heeft veel ongedocumenteerde inwoners en dat aantal mag niet te groot worden.

Bovendien zou door de illegale import van bouwmaterialen de economie verder ontwricht kunnen worden. Dat willen we voorkomen. Een belangrijke vraag is hoe we de inwoners van het eiland “empoweren” om van de wederopbouw een sociaaleconomisch succes te maken.’ Nederland zorgt via een mix van subsidies, leningen en garantstellingen voor steun. Hans: ‘In tranches, zodat we naleving van de voorwaarden kunnen afdwingen.’

Dilemma's
Natuurlijk zijn er in zo’n ingewikkelde noodsituatie ook dilemma’s, vertelt Hans. ‘Je moet je zelfs in een noodhulpfase af en toe afvragen of je niet  aan het interveniëren bent. De 150 man genietroepen die ik mee heb gestuurd? Daar had Sint-Maarten niet om gevraagd, maar ik vond dat deze ‘bouwvakkers van Defensie’ van grote waarde zouden kunnen zijn.

Daarnaast spelen al snel bureaucratische reflexen weer op. Wat gaat de politiek ervan vinden, of de media? Zo heb ik me toch wel even achter de oren gekrabd voor ik 700.000 euro uitgaf aan één vlucht. Dat was de “waste train”: een vliegtuig met groot materieel om de rommel op het eiland op te ruimen.

Een ander voorbeeld is het vullen van het Joint Support Ship Karel Doorman. Je kunt besluiten om alleen mee te nemen wat zeker nodig is of het helemaal volstoppen: ook met wat daarnaast van pas kan komen. Wij hebben gekozen voor dat laatste.’

Hulpvaardige ABD’ers
Andere dilemma’s komen nu pas aan het licht. Hans: ‘Nederland maakt zich erg druk om de openbare orde en veiligheid op het eiland. Moeten we dat door henzelf laten oplossen of niet? Sint-Maarten is verantwoordelijk en Nederland kan helpen, maar we moeten ook een exit-strategie hebben. Hoe ronden we het af? Voor zulke complexe vraagstukken sta ik op dit moment.’

Ondanks de rampsituatie en deze dilemma’s vindt Hans zijn opdracht nog steeds een fantastische klus. ‘Ik ben blij dat ik dit vanuit de ABD mag doen. En ik sta versteld van de hulpvaardigheid van mijn collega’s bij de overheid. Werkelijk iedereen wil meewerken en allemaal staan ze belangeloos voor je klaar. Een heel mooie ervaring, ongelofelijk wat we met elkaar op de been weten te brengen!’

‘Een ramp als nooit tevoren’
‘Voor Sint-Maarten is dit een ramp als nooit tevoren’, vertelt Erwin Arkenbout, head of Mission, vanaf het eiland. Erwin heeft een aantal jaren op het eiland gewoond, en was nog directeur Koninkrijksrelaties toen Irma over raasde. ‘Het lag voor de hand om iemand te sturen die het land en de situatie kent. Maar ik had natuurlijk geen ervaring met een rampgebied. De eerste weken bivakkeerde ik in een geïmproviseerde legerbasis in een verder leeg hotel, een bijzondere ervaring. Defensie heeft de eerste weken voor de veiligheid en noodhulp gezorgd, en ik vormde samen met een paar collega’s de civiele missie. Dat was nodig en nuttig want de lokale autoriteiten waren verlamd.’

Het Rode Kruis, het specialistisch bijstandsteam USAR en andere organisaties schoten al snel te hulp. ‘Fantastisch om te zien hoeveel vrijwilligers in actie zijn gekomen’, vindt Erwin. In de afgelopen maanden heeft Erwin het land en zijn samenleving tot in de haarvaten leren kennen. ‘Nog veel meer dan toen ik er woonde. Ik ben geschokt door het enorme gebrek aan vertrouwen van de inwoners in de eigen regering en overheid. Tegelijkertijd is dat wel de regering en overheid waar wij als civiele vertegenwoordiging zaken mee moeten doen. Ik vind dat een dilemma en aan die worsteling zal Nederland voorlopig nog wel even vastzitten.’

Erwin zal daar zelf minder mee te maken krijgen: zijn taak zat er in november op. Hij start nu in de baan waaraan hij eigenlijk per 15 september zou beginnen: directeur Rechtsbestel bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Bron : abd@minbzk

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief