Ambassade zoemt van spionnen

Gepubliceerd op: 30-3-2018

DEN HAAG - Turkije is apetrots dat het een Nederlandse ’spion’ heeft ontmaskerd. De man, A.Z. genoemd, zou hebben gewerkt op het consulaat-generaal in Istanbul. Turkse media gooiden foto’s en filmpjes waarop de diplomaat duidelijk herkenbaar was zonder terughoudendheid op straat.

De geheim agent als gedistingeerde heer in driedelig kostuum: onmisbaar in elke spionnenfilm. De werkelijkheid is nauwelijks minder intrigerend. 

Afbeelding verwijderdHet lijkt wel een film, en spionagefilms zijn nooit compleet zonder een dubieuze diplomaat, een onberispelijke vijftiger in driedelig donkerblauw die zich geruisloos van het galabal afzondert en terugkomt met een document in zijn gilet. Is dat de werkelijkheid?

Bijna dagelijks komt hij tijdens het hardlopen langs de Amerikaanse ambassadebunker in Den Haag. Jan Melissen, hoogleraar diplomatie in Antwerpen en verbonden aan instituut Clingendael vraagt zich onder de slagschaduw van het immense gebouw af: wat doen al die medewerkers? „Het is nooit te controleren of voor een klus als visumverstrekking bij wijze van spreken twee of twintig mensen nodig zijn. Onder dekmantel van diplomatie is het eenvoudig om personeel uit te zenden dat andersoortig werk doet. Inlichtingenwerk, bijvoorbeeld.”

Op Nederlandse bodem staan een kleine 140 buitenlandse ambassades en consulaten. Nederland heeft ongeveer evenveel vertegenwoordigingen wereldwijd. Die regelen papierwerk, treden op als landgenoten in nood zijn en versoepelen de onderlinge verhoudingen. Ze vormen ook een bron van informatie over het land. De grens met inlichtingenwerk is niet altijd strak te trekken. Zeker is dat de geheime dienst er present is. „Om de relatie met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten te onderhouden”, zegt een woordvoerder, „heeft de AIVD op sommige ambassades in de wereld liaisons gestationeerd.”

Open vizier
Een ambassadeur werkt in principe met open vizier. Een inlichtingenofficier heeft andere, heimelijke manieren om verborgen informatie te vinden. Hij betaalt informanten, zoekt wachtwoorden, privégegevens, vertrouwelijke documenten en hij opereert onder de radar. „Ze hebben elk hun eigen gereedschapskist”, zegt Melissen. „Maar de timmerman en de loodgieter praten natuurlijk wel met elkaar.”

Helemaal helder is het onderscheid niet altijd. Stel dat de Nederlandse ambassadeur in Turkije een lid van de Gülen-beweging wil ontmoeten? Dat kan niet open en bloot. De afspraak verloopt dus stiekem. De Turkse overheid kan deze ’stille diplomatie’ uitleggen als spionage.

„Er is een grijs gebied”, zegt Melissen. „In het verdrag van Wenen is afgesproken dat landen zich niet mengen in interne aangelegenheden. Inmiddels is die norm vervaagd. Autoritaire leiders hebben ontdekt dat het voor westerse democratieën lastig is om daar iets tegenin te brengen. Zo krijg je vermenging van politiek en inlichtingenverwerving.”

Niet alleen schurkenstaten overschrijden de grens. Ook bij de Amerikanen is de grens tussen diplomatie en spionage vervaagd. Ambassadepersoneel kreeg vanuit Washington de opdracht om creditcardgegevens, vingerafdrukken en dna te verzamelen van sleutelfiguren. In de ogen van bondgenoten vlogen ze daarbij serieus uit de bocht. Edward Snowden van de National Security Agency (NSA) onthulde dat vanuit de Amerikaanse ambassade in hartje Berlijn, pal naast de Bondsdag, fanatiek mobiel telefoonverkeer werd afgeluisterd van Duitse politiek leiders. Onder de getapte nummers zat dat van het toestel waarmee kanselier Merkel zelf sms’te met partijgenoten. Uit documenten die Snowden lekte, bleek dat de Amerikanen in 2013 luisterposten hadden op tachtig diplomatieke posten. Waarvan negentien in Europa.

Als zoiets uitkomt, grijpt het gastland in. Na berichtgeving in De Telegraaf stuurde minister Koenders vorig jaar een medewerker van de Turkse ambassade in Den Haag naar huis. De man werkte ook als voorzitter van moskeekoepel Diyanet. Hij had op verzoek van Ankara namen en rugnummers gehamsterd van vermeende Gülen-aanhangers. Het CDA was volgens hem een bolwerk van deze beweging. „Deze handelwijze is voor een medewerker van de Turkse ambassade bizar en onacceptabel”, riep een boze CDA-partijleider Buma.

Uitkleedritueel
Soms blijkt de boterham van een diplomaat opeens aan de andere kant gesmeerd. Raymond P. vertelt in het gedetineerdenblad Bonjo wat hem, Nederlands diplomaat in onder meer Indonesië, overkwam op een internationale vlucht naar Wenen. „Zes man van de marechaussee doken op mij en sloegen mij zonder enige vorm van communicatie in de boeien. In recordtempo werd ik afgevoerd naar een cel waarop ik in al mijn onnozelheid nog zei dat ik een vlucht moest halen. Toen begon het uitkleedritueel.”

De marechaussee groef in zijn bagage en haalde er een brillenkoker uit met usb-sticks vol geheime informatie. Het vonnis las als een jongensboek. Vooral de rol van de Russische dame met wie hij documenten uitleverde intrigeerde. Zij werd vanwege haar lichaamsvormen ’Agent 90-60-90’ genoemd. P. verdiende tienduizenden euro’s als spion voor Rusland, vonniste de rechter. „Ongeoorloofde verstrekking van informatie”, zo omschrijft P. het zelf. Hij kreeg acht jaar cel.

Soms wordt de ontmaskering juist zo lang mogelijk uitgesteld. Noorwegen zette Russische spionnen jarenlang op een dwaalspoor door ze te koppelen aan een topambtenaar die ook een prima toneelspeler bleek. Hij sluisde geheime documenten door die door de Noorse inlichtingendienst waren vervalst met foute informatie. De Noor bleef in zijn rol van corrupte diplomaat door te zeuren om extra geld voor zijn diensten. Zo hielden ze de Russen vier jaar stilletjes aan het lijntje. Heel anders dus dan de ketelmuziek, deze week in Turkije.

Bron : telegraaf.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief