Grapperhaus was bij Pauw iets te ruimhartig over jihadkinderen

Gepubliceerd op: 17-5-2018

Moeten ze wel of niet naar Nederland gehaald worden, de circa 145 Nederlandse kinderen die in Syrië en Irak in kampen zitten omdat hun ouders op jihad gingen?

Afbeelding verwijderdZo duivels als de strijd van IS in Irak en Syrië was, zo duivels zijn de dilemma’s die resteren nu het kalifaat is ontmanteld. Dilemma’s waarvoor ook het Nederlandse kabinet zich gesteld ziet. Wat te doen met de ongeveer 145 kinderen, met hun ouders vertrokken uit Nederland of in Syrië of Irak geboren, die nu in kampen in het voormalige strijdgebied huizen? Daar laten blijven of ophalen? En mogen ze eigenlijk wel van hun moeders worden gescheiden?

Hoe gevoelig het dossier ligt, bleek woensdag weer. Dinsdagavond had minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) bij Pauw gezegd: 'De kinderen moeten daar weg. Ze moeten daar niet in een kamp zitten.’ Het suggereerde een beleidswijziging, wat woensdag meteen leidde tot vragen van de oppositie in de Tweede Kamer, een reactie van premier Mark Rutte zelf en de terugtocht van de minister.

Ruimhartig
Volgens zijn woordvoerder was Grapperhaus ‘ruimhartig geweest in het formuleren van het gevoel van onbehagen over de schrijnende situatie’. Hij vertolkte daarmee het sentiment dat binnen de coalitie vooral leeft bij D66 en ChristenUnie. Die onderschrijven het kabinetsbeleid, maar hebben al bij herhaling gevraagd oog te houden voor erbarmelijke gevallen.

Grapperhaus’ eigen CDA en de VVD zitten er harder in en trokken meteen hun gelijk naar zich toe. VVD-Kamerlid Arno Rutte: ‘Wij kiezen voor veiligheid hier en halen daarom niemand daar op. Dat is onze vaste lijn. We kunnen humanitair helpen, maar doen niets wat niet juridisch verplicht is.’

Daarmee refereert Rutte aan een andere uitspraak van Grapperhaus die verwarring zaaide. Hij zei dat al ‘geruime tijd’ onderzoek wordt gedaan hoe kinderen op een veilige manier kunnen terugkeren. Ook dat blijkt een slag anders te liggen.

Uiterste inspanning
Het genoemde onderzoek heeft betrekking op een uitspraak van de rechtbank in Rotterdam, begin april. Die beval dat de overheid zich tot het uiterste moet inspannen om het een Nederlandse vrouw, die in Syrië in een kamp zit, mogelijk te maken haar rechtszaak in Nederland bij te wonen. Het Openbaar Ministerie vervolgt alle bekende Syriëgangers, bij voorkeur in hun aanwezigheid.

De vrouw was getrouwd met een jihadist uit Antwerpen en reisde in 2013 naar Syrië af. Ze heeft een jong kind en is opnieuw in verwachting. Ze verblijft in een kamp in Noord-Syrië, dat onder Koerdisch toezicht staat. Zij kan daar op eigen kracht niet weg, maar wil wel haar proces in Nederland bijwonen.

Om gevolg te geven aan de uitspraak van de rechtbank heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) naar deze specifieke zaak een onderzoek ingesteld. Daarnaast houdt de NCTV voortdurend in de gaten hoe de situatie zich in het gehele gebied ontwikkelt. Dat is volgens de NCTV ‘een complex en dynamisch vraagstuk’ – niet echt een aanwijzing dat Nederland op korte termijn mensen gaat ophalen.

Geen diplomatieke betrekkingen
Zolang het gebied niet veilig is, is het staand beleid dat Syriëgangers zich bij een consulaat of ambassade in een naburig land moeten melden. Met Syrië onderhoudt Nederland geen diplomatieke betrekkingen. De Koerden willen wel van de Syriëgangers af, maar hebben daartoe zelf geen middelen.

Wie zich bij een diplomatieke post meldt, wordt onder begeleiding van de Koninklijke Marechaussee naar Nederland gebracht en hier gevangengezet, in afwachting van een strafproces. Jonge kinderen worden onder toezicht gesteld van de Raad voor de Kinderbescherming. Voor kinderen vanaf 12 jaar wordt per geval bekeken wat de beste oplossing is.

Terugkeer is weer extra politiek gevoelig geworden door de recente gebeurtenissen in Indonesië. Daar pleegden complete gezinnen enkele aanslagen na hun terugkeer uit voormalig IS-gebied. Zij gelden nu in Den Haag als nieuwste voorbeeld van de dilemma’s waar Nederland voor staat.

Actief kinderen halen
Eerder al viel een publicatie van de Kinderombudsman dood in het zand. Die oordeelde op 18 april dat Nederland actief kinderen moet ophalen. Dat is in het belang van het kind. Scheiding van de moeder is volgens het Kinderrechtenverdrag gelegitimeerd als ouders niet de bescherming bieden die een kind nodig heeft.

Premier Rutte legde het advies onmiddellijk naast zich neer. Op zijn wekelijkse persconferentie zei hij: ‘De ouders van deze kinderen hebben een bizarre keuze gemaakt. Verschrikkelijk, vooral voor de kinderen. Maar we kunnen niet Nederlanders aan grote gevaren blootstellen om de foute keuzes van deze mensen te helpen corrigeren.’

Om elk misverstand te voorkomen, herhaalde Rutte woensdag deze woorden.

Bron : volkskrant.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief