Geëxecuteerde KNIL-militairen krijgen postuum Mobilisatie Oorlogskruis

Gepubliceerd op: 25-1-2019

Zeven geëxecuteerde KNIL-militairen ontvingen vanmiddag op het militair ereveld in Loenen bij het Tarakanmonument postuum het Mobilisatie Oorlogskruis. Inspecteur der Veteranen luitenant-generaal Hans van Griensven overhandigde het eremetaal aan de nabestaanden.

Afbeelding verwijderd
Beeld van de Tarakanherdenking in 2017 (archieffoto) Beeld: Roger Fotografie

Het gaat om korporaal Harm Ebbinge, 1e luitenant Johan Willem Storm van Leeuwen, sergeant-majoor Albert Jozeph Franciscus Schreuder, onderluitenant Karel Maurits Smit, soldaat David Petrus Maes, sergeant Jacobus Willem Hendrik Johannes Jacques Carolus Maigret en sergeant Willem Berghout.

De gedecoreerden behoorden tot de 215 militairen van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger die op 19 januari 1942 voor de kust van het eiland Tarakan zijn geëxecuteerd. De militairen bevolkten de kustbatterijen Peningki en Karoengan en wisten niet dat hun eenheid zich had overgeven. Zij vochten daarom door en boorden 2 Japanse mijnenvegers de grond in. Uit wraak executeerde de Japanse marine de militairen op de plek waar de mijnenvegers tot zinken waren gebracht.

Gewild aanvalsdoel
Het eiland Tarakan, voor de kust van Kalimantan, is ongeveer twee keer zo groot als Texel en vormde een gewild aanvalsdoel voor de Japanse troepen. Op het eiland werden jaarlijks ruim 6 miljoen vaten olie geproduceerd. Dat was 16% van de totale Japanse jaarbehoefte. Bovendien had het eiland een haven en een vliegveld. De eerste Japanse luchtaanvallen vonden vanaf 25 december 1941 plaats. Ze namen begin januari 1942 in hevigheid toe en vormden de voorbode van de Japanse invasie. Die begon op 10 januari. Garnizoenscommandant De Waal gaf opdracht om de olie-installaties te vernietigen en de olievoorraad, in totaal 100.000 ton, in brand te steken. Op 12 januari 1942 besluit luitenant-kolonel De Waal de wapens neer te leggen, maar de bemanningen van de kustbatterijen Peningki en Karoengan waren daar niet van op de hoogte.

"Het verhaal is u waarschijnlijk wel bekend", aldus Van Griensven. "Maar ik vind het belangrijk om het te vertellen. Deze geschiedenis – en in het algemeen onze militaire historie - wordt nooit ‘voltooid verleden tijd’. De inzet van deze dappere mannen inspireert ons. De gruwelijke manier waarop zij zijn omgekomen, laat ons iedere keer weer beseffen wat oorlog echt inhoudt. Dat we moeten blijven vechten voor vrede en vrijheid. Die geschiedenis krijgt vandaag ook een gezicht." Hij zei dat de nabestaanden trots moeten zijn op datgene waar zij voor stonden, voor vochten. "Zij hebben zich ingezet voor ons Koninkrijk en gaven daarvoor het hoogste offer."

Bron : defensie.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief