Kom naar het openingsweekend 'Gezien en Ongezien'
De Aanstaande tentoonstelling over de KMar in het Nationaal Militair Museum te Soesterberg
Klik hier voor meer info
Bron: Stichtingmuseumkmar.nl
Alle ogen zijn tijdens de NAVO-top van dit jaar gericht op Den Haag. Staatshoofden, ministers en delegatieleden strijken op 24 en 25 juni neer in de internationale stad van vrede en recht. Een monsteroperatie. Nooit eerder organiseerde Nederland zo’n grote conferentie met zoveel veiligheidsmaatregelen. De voorbereidingen zijn in volle gang. Samen met vele partners speelt Defensie daarin een cruciale rol.
“Vergelijk ons werk nu met het opstellen van een groot ‘draaiboek’", vertelt generaal-majoor Wilfred Rietdijk dan ook. De projectdirecteur NAVO-top 2025 van het ministerie van Defensie buigt zich al sinds het voorjaar over de naderende bijeenkomst. Daarbij werkt hij nauw samen met de Taskforce NAVO-top 2025 van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het worden dagen die zo perfect mogelijk moeten verlopen. Dat begint al bij de aankomst van de regeringsleiders en ministers in Nederland. Zij gaan vervolgens naar Den Haag. Ook dit vergt coördinatie en afstemming met diverse spelers. Iedere deelnemende organisatie heeft vanuit haar eigen taakstelling eigen verantwoordelijkheden. Het projectteam onder leiding van generaal Rietdijk levert bijstand en ondersteunt daar waar dat gewenst en nodig is. Dan begint de top. Iedereen zet alles op alles om de hoogwaardigheidsbekleders in één soepele beweging bij het World Forum te krijgen. Dit conferentiecentrum is in juni het hart van de NAVO-top.
Het is de eerste keer sinds de oprichting van de NAVO dat Nederland de top organiseert. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is het coördinerende ministerie voor de organisatie van de top. Tijdens het evenement worden zo’n 45 staatshoofden en regeringsleiders, 45 ministers van Buitenlandse Zaken, 45 ministers van Defensie, 6.000 delegatieleden, 500 deelnemers aan het NATO Public Forum en 2.000 journalisten in Den Haag verwacht. Afgelopen jaar was de top in Washington DC (Verenigde Staten).
Beveiliging in alle domeinen
Het moge duidelijk zijn: het organiseren van een veilige, ongestoorde, waardige en gastvrije top heeft onze hoogste aandacht. Op de grond, in de lucht, vanuit de ruimte en vanaf zee is de top beschermd. “We houden rekening met alle denkbare scenario’s”, vertelt Rietdijk. Denk aan terreur of cyberaanvallen. “We moeten goed kunnen verdedigen en gepast reageren indien nodig, om deze top goed te laten verlopen. Achter de schermen zijn de voorbereidingen dan ook in volle gang. Dat doen we zeker niet alleen.”
De organisatie van de top is een samenspel van verschillende ministeries, gemeenten, politie, Koninklijke Marechaussee de Nationaal Coördinator Terrorisme Bestrijding (NCTV) en tientallen andere (overheids)organisaties. Al deze ‘gezagen’ en uitvoeringsorganisaties zijn verantwoordelijk voor een deel van de operatie. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaat bijvoorbeeld over de wegen. En de burgemeester van Den Haag besluit over wat er in zijn stad gebeurt. Het is een behoorlijk complexe operatie, waar Defensie aan bijdraagt. Want voor de veiligheid, militaire presentie en het transport worden zo’n 10.000 Defensiemedewerkers ingezet. De Koninklijke Marechaussee (KMar) zet vanuit haar civiele taakstelling meer dan 5.000 marechaussees in. Daarnaast zijn er ongeveer 5.000 Defensiemedewerkers beschikbaar voor bijstand aan bijvoorbeeld de KMar en politie.
Voorbereiding in fasen
Omdat er zoveel partijen betrokken zijn bij de top, vergt de organisatie begrijpelijkerwijs een goede afstemming en samenwerking. Op dit moment buigen expertgroepen zich over wat nodig is om de top zo soepel mogelijk te laten verlopen. Hierna nemen de ‘gezagen’ (denk aan bijvoorbeeld de burgemeester van Den Haag) een besluit. Voor ieder scenario betekent dat een plan van aanpak. Later dit jaar volgt een ‘boodschappenlijst’. Hiermee gaat Defensie aan de slag, om te kijken hoeveel mens en materieel, waar(voor) precies nodig is voor de top.
Zichtbaar en onzichtbaar
Speciale expertgroepen met vertegenwoordigers van de partijen buigen zich nu over allerlei beveiligingsvraagstukken. Wat als een vliegtuig het gesloten luchtruim boven Den Haag nadert, zonder zich te melden? Wat als de auto van een regeringsleider het begeeft onderweg naar Den Haag? Of als een terrorist een aanslag beraamt? Allemaal vragen waar straks een plan voor klaarligt.
Lang niet alle dreigingen zijn echter tastbaar. Dat cyberveiligheid een prangende kwestie is, bleek bij de NAVO-top in Vilnius (2023). Toen slingerden Russische trollen desinformatie over de conferentie op het internet. Dat zijn vraagstukken die je prima aan de voormalig strategisch adviseur Nationale Veiligheid en Cyber van de krijgsmacht kan overlaten. “Cyber is het gevechtsveld van nu. Een vijand kan fysiek aanvallen, maar ons ook in onze informatiepositie raken. Dat is zeker één van mijn zorgen”, zegt Rietdijk.
Aan de ene kant zijn er onzichtbare maatregelen, aan de andere kant de tastbare capaciteiten. Rietdijk: “Alle Defensie-onderdelen zijn betrokken bij de NAVO-top. Van vrachtauto’s, tot luchtverdediging, maar ook radars en het zorgen voor veilige informatie-uitwisseling.” Dat betekent niet dat Nederland er alleen voor staat. Qua materieel schieten ook andere landen te hulp, vertelt de generaal-majoor. “Counter drone-capaciteit, ontsmettingsmateriaal en honden die explosieven kunnen vinden. Het zijn voorbeelden van zaken die we van partnerlanden kunnen lenen. Dat is het mooie van de NAVO: het netwerk. We zijn sterker samen. Solidariteit is waar de NAVO over gaat.”
Hoe bereid je je voor op een top die je nooit eerder organiseerde? Onder andere door een kijkje in de keuken van andere landen te nemen. Rietveld en collega’s waren bijvoorbeeld bij de top in Washington, afgelopen jaar.
Generale repetitie
De plannen worden nu nog achter de coulissen gemaakt. In aanloop naar de top wordt de voorbereiding van de krijgsmacht ook steeds zichtbaarder. De marine wordt bijvoorbeeld tijdens de top ingezet voor het bewaken van Nederlandse havens. Daarnaast worden verschillende scenario’s beoefend. Zo raken we beter op elkaar ingespeeld.”
Het is een top van primeurs. De eerste keer in Nederland, de eerste keer dat Donald Trump weer als de nieuwe Amerikaanse president op de top verschijnt. Ook Mark Rutte komt terug naar Den Haag. Nu niet als premier van Nederland, maar als secretaris-generaal van de NAVO. “Alle ogen van de wereld zijn hierop gericht.”
Overlast beperken
Den Haag is trots om gaststad te zijn van de NAVO-top 2025. Die is groot en dat gaat de stad merken. De gemeente spant zich in om woningen, bedrijven en organisaties in het gebied zo goed mogelijk bereikbaar te houden en de overlast te beperken.
Hoeksteen van onze veiligheid
Het is nogal een uitdaging. Rietdijk vertelt het allemaal met een glimlach, want: “Ik houd wel van ingewikkelde klussen. Wij zijn hier in een team van ruim twintig collega’s mee bezig. Militairen, reservisten, marechaussees en burgercollega’s uit alle hoeken van de krijgsmacht. Het is een eer voor Nederland om dit te organiseren. Wij wonen in een democratische rechtsstaat en leven gelukkig al bijna 80 jaar zonder oorlog. De NAVO is de hoeksteen van onze veiligheid en die van onze bondgenoten. Met de top in Den Haag, stad van vrede en recht, dragen wij graag ons steentje bij.”
Weerbaarheid
“We leven tachtig jaar in vrijheid. Onze maatschappij is ingericht op vrede”, vertelt Rietdijk. “Door deze top te organiseren, zien we ook waar onze kwetsbaarheden liggen. Bij de krijgsmacht, maar ook civiel. We willen daarom een discussie aanzwengelen in de gehele maatschappij. In drie events in januari, maart en mei nodigen we besluitvormers en het bedrijfsleven uit om met elkaar in gesprek te gaan. Wat leert deze top ons over de veiligheid in Nederland? Zo maken we ons land weerbaarder. Een belangrijk thema, dat ook bij de NAVO speelt. Stel je voor dat er iets op ons grondgebied gebeurt? Zijn we dan voldoende voorbereid op een grootschalig conflict?”
Bron: Defensiekrant 01/2025
De Reuniecommissie SMC organiseert op 22 april 2025 een bezoek aan de IJssellinie nabij
Olst.
De IJssellinie was een waterlinie uit de Koude Oorlog, die ons land moest beschermen
tegen een mogelijke Russische invasie. Met het in werking zetten van dit plan zou een
127 kilometer lange en drie tot tien kilometer brede strook land tussen Nijmegen en
Kampen onder water worden gezet.
Voor info over de IJssellinie zie www.IJssellinie.nl
Deelname staat open voor SMC’ers met hun partner maar ook niet SMC’ers zijn van harte
welkom. Het programma loopt van 11.00 uur tot 16.00 uur. De kosten bedragen voor
SMC’ers met hun partner € 15,00 p.p. voor niet SMC’ers € 30,00 p.p.
Opgave uitsluitend middels email aan reuniecommissie@marechausseecontact.nl of
telefonisch 06 30989598.
Noot: U wordt tijdig geïnformeerd over het programma en betaling eigen bijdrage.
Bron: Reüniecommissie SMC
Ruben Brekelmans heeft voor het eerst als minister Curaçao, Aruba en Sint Maarten bezocht. De afgelopen 3 dagen maakte hij kennis met de daar gestationeerde militaire eenheden en het lokale bestuur. Defensie is verantwoordelijk voor de bescherming van het Caribisch deel van het koninkrijk.
De minister werd op de hoogte gesteld over de geopolitieke dreigingen in de regio. Ook aan de orde kwam de belangrijke rol van Nederland bij drugsbestrijding en het tegengaan van mensensmokkel. Verder liet hij zich onder meer informeren over de voorbereiding van Nederlandse militairen op rampen. Die doen zich met enige regelmaat voor wanneer orkanen de regio treffen.
Op de Curaçaose locaties Parera, Suffisant en het militair oefenterrein Wacao sprak Brekelmans met Nederlandse en Curaçaose militairen. Dat deed hij ook aan boord van Zr.Ms. Pelikaan. Dit ondersteuningsvaartuig speelt een belangrijke rol bij het transport van mensen en middelen in de regio.
Verslagenheid
De professionaliteit van de militairen maakte duidelijk indruk op Brekelmans. "Met eigen ogen heb ik gezien dat onze militairen voorbereid zijn op diverse veiligheidsscenario's die zich in uitdagende omstandigheden voordoen."
Het bezoek werd echter overschaduwd door het plotselinge overlijden van een militair van de luchtmobiele brigade op Curaçao. De verslagenheid was groot. De minister bezocht de compagnie. Hij sprak naaste collega's van de landmachtmilitair en liet weten geschokt te zijn door zijn dood.
Respect
Marinierskazerne Savaneta stond op de agenda bij het bezoek aan Aruba. Hier staan mariniers, vlootpersoneel en Arubaanse militairen paraat. Zij zijn daar om drugssmokkel tegen te gaan, lokale autoriteiten te ondersteunen bij onlusten of voor humanitaire hulpverlening.
Brekelmans sloot zijn bezoek af op Sint Maarten bij de kustwacht en het Marinesteunpunt Point Blanche, de thuisbasis van een mariniersdetachement.
De Koninklijke Marechaussee en mariniers spelen een cruciale rol bij het ondersteunen van de veiligheid op Sint Maarten. Hoe dat in zijn werk gaat heeft de minister nu uit de eerste hand vernomen.
“Niet alleen op Curaçao, maar ook op Aruba en op Sint Maarten verdient het werk dat er wordt verricht veel respect”, zo liet Brekelmans zich ontvallen. “De eilanden weten dat ze op de Nederlandse krijgsmacht kunnen rekenen, wanneer het nodig is.”
Grensoverschrijdende criminaliteit
Brekelmans maakte niet alleen kennis met eenheden van defensie. De reis stond ook in het teken van gesprekken met de gouverneurs, minister-presidenten en ministers van justitie van de Caribische landen. Aan de orde kwamen zaken als de regionale veiligheid en de uitdagingen rond grensoverschrijdende criminaliteit. Ook het belang van samenwerking om de stabiliteit te garanderen passeerde de revue.
Brekelmans: “Het werk van de defensie-eenheden is van groot belang voor de veiligheid op de eilanden. Dat gebeurt in nauw contact met de lokale autoriteiten. Die intensieve samenwerking was mooi om te zien."
In het Caribisch gebied zijn permanent meer dan 1.000 defensiemedewerkers van de verschillende krijgsmachtdelen aanwezig. Zij voeren verschillende militaire- en politietaken uit. Daarnaast zijn er ook vaak tijdelijk eenheden in het gebied. Die houden zich bezig met specifieke opleidingen en trainingen. Daarnaast bereiden ze zich voor op het eventueel leveren van bijstand.
Bron: Ministerie van Defensie
Een lesauto van de Koninklijke Marechaussee (KMar) reed woensdagmiddag een fietser aan in Wijhe, die daarna in het ziekenhuis overleed. Wie doet eigenlijk onderzoek als medewerkers van politie of marechaussee betrokken raken bij een ernstig ongeluk?
Wat is de normale gang van zaken bij een ernstig ongeluk?
Dan doet de politie onderzoek middels een team van Forensische Opsporing Verkeer (FO Verkeer), vaak nog aangeduid als Verkeersongevallenanalyse (VOA). Zij hebben specialisten die onderzoek doen naar de toedracht. Daarbij worden metingen gedaan, reconstructies gemaakt en posities van voertuigen en slachtoffers bepaald.
Zij sturen het dossier daarna naar het Openbaar Ministerie. De officier van justitie bekijkt vervolgens of de veroorzaker van het ongeluk strafrechtelijk kan worden vervolgd.
Wat als er een medewerker van politie of marechaussee bij is betrokken?
Majoor Steven Comba, woordvoerder van de KMar: ,,In zijn algemeenheid: als ik betrokken ben bij een zaak, stel dat ik gepakt ben op diefstal, dan dan doet de Sectie Interne Onderzoeken (SIO) van de Marechaussee daar onderzoek naar. In het geval van ongelukken wordt voor onderzoek onze eigen VOA daar aan toegevoegd. Dat is ook gebeurd in Wijhe.’’
Zijn collega Ruben Verbunt snapt dat hierdoor vragen over objectiviteit kunnen ontstaan. ,,Dat is juist de reden dat niet alleen onze eigen VOA, maar ook de SIO komt opdraven én het Openbaar Ministerie er bij betrokken is. De VOA doet alleen technisch onderzoek: de SIO heeft de tactische leiding.’’
Mocht een politieagent betrokken zijn bij een ernstig ongeluk, dan wordt dat het onderzoek altijd gedaan door een team uit een andere regio dan waar het incident plaatsvond.
Waarom duurde het onderzoek in Wijhe urenlang?
Comba: ,,Over het specifieke geval in Wijhe doe ik inhoudelijk geen uitspraken, woordvoering daarover ligt bij het Openbaar Ministerie Oost-Nederland.’’
OM-woordvoerder Tineke Zwart weet ook niet precies waarom de weg in Wijhe tot laat in de avond afgesloten is geweest. ,,De woordvoering ligt bij ons omdat het onderzoek door de SIO plaatsvindt onder leiding van een officier van justitie. Dat dergelijke afdelingen het onderzoek doen, is gebruikelijk.’’
Hoe gaat het verder?
Zwart: ,,Als het onderzoek is afgerond, komt er een dossier bij het OM Oost-Nederland. De officier bekijkt dan of de betrokken KMar-medewerkers in strafrechtelijke zin iets verweten kan worden en zo ja, hoe de eventuele verdere vervolging eruitziet. Over het algemeen duurt het zeker enkele maanden voordat de uitkomst hiervan bekend is.’’
Tineke Zwart: ,,We kennen natuurlijk ook de Rijksrecherche, maar zij pakken niet alle onderzoeken op waarbij politiemensen/KMAR medewerkers betrokken zijn.’’ De kerntaak van de Rijksrecherche is het opsporen en onderzoeken van mogelijk strafbaar gedrag van (semi-)ambtenaren. Daarnaast onderzoekt de Rijksrecherche geweldsincidenten waarbij zwaargewonden of dodelijke slachtoffers vallen, en waarbij politie of andere opsporingsambtenaar mogelijk betrokken zijn. Het betreft dan een onderzoek naar de feiten en omstandigheden van het politieoptreden.
Bron: AD
Een 67-jarige man is vanmiddag overleden, nadat hij werd aangereden door een voertuig van de Koninklijke Marechaussee. De man overleed in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. Zijn nabestaanden zijn inmiddels in kennis gesteld.
Het ongeval vond vanmiddag plaats rond 14:30 uur op de Raalterweg in Wijhe. Betrokken marechaussees waren op dat moment bezig met een rijopleiding.
De Koninklijke Marechaussee betuigt haar medeleven aan de nabestaanden en betrokkenen bij dit tragische ongeval.
Sectie Interne Onderzoeken (SIO) van de Koninklijke Marechaussee onderzoekt de zaak onder leiding van het Openbaar Ministerie Oost-Nederland.
Bron: Koninklijke Marechaussee
De Stichting Marechaussee Contact (SMC) is opgericht om een muur van vrienden te vormen rond de Koninklijke Marechaussee. Toegankelijk voor iedereen, die op de hoogte wil blijven van het reilen en zeilen van het Wapen. Het SMC-embleem staat voor de gendarmeriegedachte (de granaat), de verbondenheid met en de trouw aan het Koningshuis (de kroon) en de bereden oorsprong (het hoefijzer).
Het levendig houden van de belangstelling voor en de verbondenheid met de Koninklijke Marechaussee en het onderhouden of hernieuwen van vriendschappelijke contacten tussen hen die als militair of burger bij het Wapen, Korps Militaire Politie/Koninklijke Marechaussee en/of Korps Politietroepen dienen of gediend hebben. SMC organiseert jaarlijks twee grote reünies, verscheidene over het land verspreide bijeenkomsten en contactmiddagen. Bovendien assisteert SMC bij het organiseren van lichtingsreünies.
Als SMC'er ontvangt u zes keer per jaar het rijk geïllustreerde tijdschrift Marechaussee Contact.
Meld u meteen aan om mee te doen!