Verdachte Jos B.: ‘Nicky was al overleden toen ik hem vond’

Gepubliceerd op: 29-9-2020

Na jaren van zwijgen spreekt verdachte Jos B. in een videoverklaring over de zaak Nicky Verstappen. Nicky was al dood toenB.h het jongetje in 1998 bij toeval vond, zegt hij daarin. Nicky’s familie noemt dat ongeloofwaardig.
Op de video vertelt B., die verdacht wordt van het misbruiken en doden van Nicky Verstappen: “Ik loop met een geheim rond. Hoe langer ik het geheim met me meedraag, hoe lastiger het is om er iets mee te doen.” Maar vandaag is het moment daarin verandering te brengen, zegt hij, ook omdat Nicky’s familie zijn uitleg moet horen. 
“Het was een mooie zomer, in 1998,” begint hij. B. gaat er veel op uit, in de natuur. Zo ook in augustus van dat jaar, als zijn aandacht op de Brunssummerheide wordt getrokken door ‘iets in de verte’. Hij wil op dat moment gaan plassen. Wanneer B. gaat kijken, ziet hij iemand liggen. “Een persoon. Het was een kind.” Hij huilt als hij erover vertelt, zo legt de camera vast. “Ik heb geluisterd of er een hartslag was, hem aangeraakt. Hij was overleden.” Wie zou geloven dat hij er niets mee van doen had? B. was eerder al eens gesnapt toen hij kinderen betastte. Hij fietst weg, ‘als een gek’. “Ik ging naar huis, heb er niemand over gesproken.”
Uren na de vondst weet hij naar eigen zeggen niet meer wat hij doen moet. “Ik ben gaan fietsen om er over na te denken.” B. wil bezig blijven. Op de Brunssummerheide, waar Nicky vlakbij het zomerkamp waar hij verbleef na een lange zoektocht dood werd gevonden, wordt B. dan ook fietsend gezien door een marechaussee. Zo komt hij twintig jaar later in beeld bij het recente, grote dna-onderzoek om de zaak te kraken. Naar eigen zeggen was B.na de vondst wel van plan om aan de bel te trekken. “Ik wilde ‘s avonds melden waar ik Nicky vond, maar toen bleek hij al gevonden.” 
De familie Verstappen ziet het als een ‘totaal ongeloofwaardige verklaring’, die onder druk is opgesteld. Peter R. de Vries zegt namens hen: “Het is een vertoning. B. weet dat hij iets moet verklaren, maar het toont de spagaat.” De familie vindt het wel fijn dat B. íets heeft gezegd en ziet de verklaring vooral als tekenend voor de betrokkenheid van B., die veel groter is dan die zelf toe wil geven.
Voordat B. vertelde over de vondst van Nicky, sprak hij vrij uitgebreid over de impact van zijn gevangenneming. B. zei, tranen verbijtend: “Ik ben niet zo’n prater, ik ben introvert. Ik was heel erg geschokt door de arrestatie. Niemand kan je helpen, alleen de advocaat.” Hij sprak met advocaat Gerald Roethof af niet te verklaren.
B. wilde voorkomen dat hij wisselende verklaringen zou afleggen, door middel van de video. “Ik wil zo graag meehelpen. Maar we hebben er niets aan als ik dingen ga invullen. Ik gooi veel te veel door mekaar.” Het is Roethof die hem nu, tijdens de rechtszaak, meerdere malen maant niet verder inhoudelijk te verklaren, als hem vragen worden gesteld door de rechter en het OM. Uiteindelijk beroept ook B. zich weer op zijn zwijgrecht. Hij stelt wel Nicky recht gelegd te hebben, de kleding van het jongetje gefatsoeneerd te hebben en blaadjes weg te hebben geveegd.
Overigens bleef het even onduidelijk wanneer de verklaring nu precies werd vastgelegd. B. sprak zelf over ‘een tijdje geleden’. Maar zijn advocaat Gerald Roethof geeft later toe: het filmpje is vorige week opgenomen. Dat maakt B. kwetsbaar voor kritiek, die luidt dat hij eerst afwacht wat voor bewijs er tegen hem is, om vervolgens zijn verhaal daarop af te kunnen stemmen. Eerder sprak Roethof nog over een ‘kluisverklaring’, die veel eerder was vastgelegd en ingezet kon worden.
Het dna-bewijs tegen B. maakte al duidelijk dat hij het lichaam van Nicky haast wel aangeraakt moet hebben, ook al zei advocaat Roethof eerder nog dat erfelijk materiaal ook op andere manier verspreid kan worden, bijvoorbeeld door niezen. Alleen: op zowel het lichaam als de kleding van Nicky is dna van B. aangetroffen (27 sporen - huid, speeksel en haar).
Met al deze informatie valt nog steeds niet met zekerheid te zeggen wat Nicky is overkomen, op het kamp waarover hij twijfelde mee te gaan. Het OM schetst in de rechtszaal de omstandigheden van zijn verdwijning. Dwaalde Nicky nu zelf van het kamp af? Hij zou nog gezegd hebben dat hij weg zou gaan. Maar een vriendje zegt dat hij dat wel vaker zei, maar nooit deed. 
Het OM benadrukt ook regel nummer één van de kampleiding: ‘Verlaat nooit het kamp zonder te zeggen waar je naartoe gaat’. En: tot acht uur ‘s ochtends, als een trompetsignaal klinkt, blijven de kinderen in hun tent. Alleen voor de wc gaan ze eruit - een kleine boodschap wordt achter de tent gedaan, anders wordt iemand gewaarschuwd. Nicky is om half zes nog gezien, maar blijkt later in de ochtend weg. Zijn schoenen staan nog in de tent. Het is het begin van een mysterie. 


Bron: Het Parool

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief