Hoe de pgp-telefoon bij de kroongetuige in de cel belandde

Gepubliceerd op: 10-12-2022

De voormalige advocaat van kroongetuige Nabil B. – Bart Stapert – heeft indertijd met een officier van justitie die betrokken was bij de kroongetuigendeal van B. middels WhatsApp overlegd over de pgp-telefoon die B. in zijn voorlopige hechtenis in 2017 in zijn cel had. In die apps – die Crimesite heeft ingezien – staat dat er een verslag of proces-verbaal door de Koninklijke Marechaussee is opgemaakt over wie de telefoon naar binnen had gesmokkeld, en justitie lijkt dat proces-verbaal te hebben aangepast.  
Op 4 juli 2020 werd door een publicatie in Algemeen Dagblad duidelijk dat Nabil B. in 2017 een pgp-telefoon in bezit had gehad tijdens zijn detentie. Daarover werd twee weken later gesproken op een zitting in het Marengo-proces. B. erkende toen dat hij in december 2017 over een pgp-telefoon beschikte waarmee hij versleutelde berichten bleek te hebben verstuurd, naar in ieder geval Mohamed R. en Saïd R..
Dit tot grote verbazing van de zaaksofficieren van justitie.

Taghi
Maar hun collega, de officier van justitie die in 2017 met B. zijn deal overeenkwam, wist wél van het bestaan van die telefoon. Hij was in november 2017 door Derk Wiersum, toen de advocaat van Nabil B., geïnformeerd dat B. een pgp-telefoon op cel had. Advocaten Derk Wiersum en Bart Stapert en de officier van justitie wisten van het bezit van de pgp-telefoon in de cel.
Die officier van justitie heeft in een verhoor bij de rechter-commissaris gezegd waarom Nabil B. in 2017 graag die telefoon wilde hebben. Hij zat op dat moment vast voor de wapenzaak, over het pistool waarmee hij zich had laten arresteren om zo in detentie over te kunnen lopen naar justitie. Bijna niemand wist nog dat hij kroongetuige zou worden, maar er was wel wantrouwen. De officier van justitie zei dat Nabil B.:
… wilde weten in hoeverre de mensen over wie hij had verklaard — de broers R. en Taghi — bereid waren om hem, in mijn eigen woorden, ‘in gratie’ aan te nemen. De kroongetuige wilde aftasten of er bij hun een vermoeden bestond dat hij met het Openbaar Ministerie of de politie sprak.
B. communiceerde in detentie inderdaad met die telefoon met de broers R..

Koninklijke Marechaussee
Nabil B. was toen gedetineerd op een geheime locatie die bewaakt werd door de Koninklijke Marechaussee. Ook zijn bewakers wisten niks over zijn status. Hoe kon Nabil B. nu precies aan die telefoon komen? Hoe is de telefoon daar in die streng bewaakte instelling binnengekomen?
B. zelf heeft erover gezegd dat hij heeft gevraagd aan de latere Marengo-verdachte (en zijn toenmalige vriend) Mohamed R. om een telefoon te regelen. Over de vraag hoe de telefoon naar binnen is gekomen beriep Nabil B. zich op zijn verschoningsrecht, hij hoeft zichzelf of naaste familieleden, zoals zijn partner, niet te belasten.
Dat was opvallend: als de criminele organisatie van Mohamed R. de telefoon heimelijk had ingevoerd dan had B. zich niet op zijn verschoningsrecht hoeven te beroepen. Dan had hij juist voluit kunnen verklaren, hij beschuldigde hen ook al van liquidaties.

Parkeerplaats
De partner van Nabil B. heeft verteld (bij de rechter-commissaris) dat ze de pgp-telefoon van Mohammed R. kreeg en die in overleg met Nabil ‘op een parkeerplaats’ heeft gelegd. Wie de telefoon dan van de parkeerplaats heeft opgeraapt en meenam de inrichting in, dat wist zij niet.

Wie hield Nabil B. hier dan uit de wind?
Nu blijkt uit WhatsApp-berichten tussen advocaat Stapert en de betrokken officier van justitie hierover iets nieuws, en wordt een tipje van de sluier opgelicht. De WhatsApp-berichten uit 2017 en 2018 tussen Stapert en de officier van justitie zijn nu deel van de tuchtklacht tegen Stapert die Nabil B. door zijn advocaten Peter Schouten en Onno de Jong enkele dagen geleden in liet dienen.

Gedoe
Stapert appt op 6 oktober 2018 aan de officier van justitie een uitspraak in een tuchtzaak. Daarin was een advocaat veroordeeld voor het bellen met een cliënt middels een telefoon die een gedetineerde illegaal in de inrichting gebruikte.
‘oei’, tekent Stapert aan in zijn bericht bij die uitspraak.
Een paar tellen later schrijft hij aan de officier van justitie:
Wel handig als wij het gedoe met de kapitein [van de Koninklijke Marechaussee – red.] even goed afronden… nu staat er volgens mij in zijn interne verslag/p-v dat wij de telefoon naar binnen hebben gebracht

De officier schrijft terug:
TBG [team getuigen bescherming – red.] gaat volgende week bij m langs om het verhaal op te tekenen
Stapert: ok, goed!
Officier: Yes. Enjoy the weekend.
Stapert: Derk [Wiersum] en ik willen liever niet nog voor de tuchtrechter verschijnen 
Officier: Dan ga ik jullie verdedigen. No worries.
Deze berichten lijken te suggereren dat het ‘interne verslag/p-v’ van de kapitein van de marechaussee moet worden bijgesteld omdat er niet in mag staan wie de pgp-telefoon de inrichting in hebben gebracht. Stapert heeft overigens tegenover de NRC en Follow the Money ontkend dat hij of Derk Wiersum de telefoon aan Nabil B. heeft gegeven.

Telefoon is weg
Een vraag die advocaten in het Marengo-proces zullen stellen is in hoeverre de bewuste officier van justitie ervan op de hoogte was dat de pgp-telefoon was binnengebracht in de zwaar bewaakte inrichting. In zijn verhoor bij de rechter-commissaris stelt hij van niet, en dat hij werd ingelicht door Stapert en Wiersum. De telefoon zou toen al niet meer bij B. in de cel zijn en ‘elders’ zijn, zei de officier te hebben vernomen.
Waarom had hij geen onderzoek laten doen naar de smokkel van de telefoon, vroegen advocaten van Marengo-verdachten. De officier zei:
We wisten op dat moment niet waar de telefoon was. (…) De kans dat wanneer je de telefoon vindt, je er ook daadwerkelijk iets mee kunt, was buitengewoon klein. Voorts was het zo dat elke strafvorderlijke actie die kenbaar was voor de buitenwereld potentieel gevaarzettend was voor het traject waarmee we op dat moment bezig waren. Dat heeft ertoe geleid dat we hebben gezegd: “Het is vervelend dat het gebeurd is.”

Geen onderzoek, geen proces-verbaal
De officier maakte niet eens een proces-verbaal op van een gesprek dat hij met de kroongetuige voerde over aanwezigheid van de pgp-telefoon in diens cel. Hij zette de kroongetuige ook niet onder druk om de telefoon alsnog boven water te krijgen.
De advocaten vroegen verder of de officier niet had gedacht dat er belangrijk bewijs over de moorden in het Marengo-proces in de telefoon zou kunnen zitten. Bovendien was de telefoon waardevol omdat die mogelijk kon worden gebruikt om de toen voortvluchtige Ridouan Taghi en Saïd R. te lokaliseren.
Uit veiligheidsoverwegingen, zei de officier van justitie niets te hebben ondernomen om de telefoon te vinden.

Opmerkelijk genoeg is diezelfde pgp-telefoon in december 2017 opnieuw heimelijk bij Nabil B. in zijn inrichting ingevoerd, zo heeft Nabil B. zelf verklaard. Hoe dat is gebeurd is niet duidelijk.
Advocaat Bart Stapert is voor dit artikel benaderd met vragen voor een reactie. Hij gaf de volgende reactie aan Crimesite:
Omdat ik gehouden ben aan mijn geheimhoudingsplicht kan ik geen vragen over de door u aangehaalde zaken beantwoorden. Ik ben ervan op de hoogte dat er een klacht is ingediend maar ik ken de inhoud van de klacht nog niet. Overigens ben ik van mening dat ik niet klachtwaardig heb gehandeld. Ik ben er heel verbaasd over dat al deze informatie is uitgelekt en wordt gepubliceerd want het is gebruikelijk dat voordat de inhoud van een klacht wordt gedeeld met derden eerst onderzoek naar een klacht wordt gedaan door de deken.


Bron: Crimesite

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief