Staat lijnrecht tegenover mensenrechtenorganisaties

Gepubliceerd op: 10-12-2022

Staat lijnrecht tegenover mensenrechtenorganisaties: ’Marechaussee discrimineert niet’
DEN HAAG - Discrimineert de Koninklijke Marechaussee wel of niet op basis van huidskleur? Ja, vindt een coalitie van twee burgers en vier mensenrechtenorganisaties. Nee, vindt de Staat. Maar als de KMar uiterlijke kenmerken volledig zou moeten negeren, dan wordt het Mobiel Toezicht Veiligheid zinloos.
De discussie over het vermeend discrimineren door de KMar woedt al sinds Mpanzu Bamenga en Soeroedj Gobardha in 2020 besloten om een bodemprocedure tegen de Staat aan te spannen. Zij waren het zat om steeds uit de rijen op luchthavens te worden geplukt alleen omdat ze een kleurtje hebben, zei Bamenga tegen het gerechtshof in Den Haag.
Daar diende donderdag het hoger beroep in de zaak waarover de rechtbank ruim een jaar geleden oordeelde dat er van discriminatie door de marechaussee geen sprake was. Volgens de rechtbank wordt etniciteit wel gebruikt in het opstellen van risicoprofielen, maar slechts als onderdeel. Het is niet de factor waarop de controles zich richten.
Die beslissing leidde bij Bamengo tot „verdriet, pijn en verontwaardiging”, zei hij tegen het hof. Hij vindt dat het oordeel een systeem rechtvaardigt waarin mensen worden benadeeld op basis van uiterlijke kenmerken. „Niet-witte Nederlanders die terugkomen van een reis staan al met 1-0 achter en moeten zich eerst bewijzen. Dat is schadelijk, onterecht en vernederend.”

Toeslagenschandaal
Soeroedj Gobardhan zei dat Nederlanders „allang niet meer uitsluitend wit zijn.” Volgens hem wordt er wel degelijk gediscrimineerd door overheidsdiensten. Dat bewijst het toeslagenschandaal waarbij met name mensen met een exotische achternaam bij voorbaat werden aangemerkt als fraudeurs, aldus Gobardhan.
Volgens landsadvocate Cécile Bitter is er geen sprake van discriminatie op basis van ras of huidskleur door de KMar. „Ras is geen objectieve aanwijzing voor illegaal verblijf of voor criminaliteit. En wordt dus ook niet zo ingezet.”
De KMar maakt wel gebruik van etniciteit in het opstellen van risicoprofielen. Als er signalen zijn dat Keniaanse geldsmokkelaars actief zijn, dan staan die in zo’n profiel bijvoorbeeld omschreven als goed gekleed, snellopend en zwart. Dat de controles zich dan met name richten op mensen die aan dat risicoprofiel voldoen, ligt voor de hand, aldus Bitter.

Pilot
De landsadvocate vertelde over een pilot op de weg en in het luchtverkeer waarbij van geen enkele voorinformatie gebruik werd gemaakt. Iedere vijftiende auto op de weg werd gecontroleerd, zelfs als auto nummer dertien verdacht werd gevonden. En van drie vluchten werd iedere twintigste passagier gecontroleerd. „De effectiviteit van het Mobiel Toezicht Veiligheid daalde tot nul”, aldus Bitter. Waarmee ze wilde aangeven dat de KMar een belangrijk controlemiddel uit handen wordt geslagen als er niet meer mag worden uitgegaan van informatie en ervaring.
Volgens de landsadvocate selecteert de KMar vooral op basis van gedrag en afwijkingen van de norm. „Onderscheid is niet per definitie en onder alle omstandigheden verboden”, vindt Bitter.
Zij benadrukte meermalen dat etniciteit nooit het enige criterium mag zijn voor de beslissing om iemand te controleren. „Als sprake is van een selectiebeslissing dan moeten er meer indicatoren zijn. Die wegen allemaal even zwaar. Voor raciale typering kan geen objectieve rechtvaardiging zijn.”

Uitspraak 14 februari.


Bron: De Telegraaf

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief