De geschiedenis van Oss door meester Henk: ‘Een boze stiefmoeder’

Gepubliceerd op: 6-12-2023

Op 22 juni 1883 om half elf stroomde een menigte samen voor het huisje van Arie van Schaik en zijn vrouw Adriana van Tilburg in de Bagijnstraat. Buren hadden de politie gewaarschuwd, omdat ze voor de zoveelste keer de twee kinderen hadden horen schreeuwen en huilen. Brigadier der marechaussee Gerrit Ewijk kwam polshoogte nemen. Wat hij aantrof in het huisje tartte elke beschrijving, zoals hij later bij de rechter vertelde.
Het meisje van drie, Willemientje, lag in een kribbe en was broodmager. Ze zat onder de blauwe plekken en kon nauwelijks bewegen. Op de vraag waar de jongen was, zei zijn moeder, dat die nog in bed lag, want ze wilde eerst koffiedrinken. Brigadier Ewijk duwde het deurtje naast de bedstee open en sloeg achterover vanwege de stank. De jongen van vier, Klaasje, lag op een beschimmelde kafzak, waaronder stro lag, vol met uitwerpselen. Zijn hemd was doorweekt en te vies om aan te pakken. Moeder zei, dat hij een bedplasser was en verschonen dus geen zin had.
Ook de broodmagere jongen had overal striemen en blauwe plekken.

Brigadier Ewijk liet burgemeester Fenseling en dokter Crobach halen. De dokter constateerde dat het ernstig vermagerd meisje in levensgevaar verkeerde; de jongen was ernstig vervuild. Hun moeder verklaarde, dat dokter van den Berg gezegd had dat beide kinderen tering hadden en dat er niets aan te doen was. De kinderen werden het huisje uitgedragen en naar het vlakbij gelegen Liefdesgesticht gebracht. Ziekenzuster Zijgen vertelde bij de rechter, dat ze zoiets nog nooit gezien had. Klaas woog maar 12 kilo en Mientje nog maar 7; zij kon haar hoofd niet meer rechtop houden, zo verzwakt was ze.

Wat was dit voor gezin? Weduwnaar Arie van Schaijk was boterwerker en had 2 kinderen. Adriana van Tilburg was weduwe; haar man Jan van den Heuvel was in 1880 vermoord vlakbij hun huis op de Danenhoef. Adriana hertrouwde in 1881 met Arie, maar erg veel liefde voor de kinderen voelde ze niet. Toen Klaas een keer een bloedneus had, zei ze volgens een buurman: “Laat dat varken maar doodbloeden”. Ook moest het jongetje eens, toen hij uit de bewaarschool kwam, voor straf 2 uur in de vrieskou buiten staan. De buren hoorden geregeld gejammer van de kinderen, als ze met een hout geslagen werden. Vaak kwam Klaasje bij de buren om een boterham vragen, omdat hij honger had. Volgens de buren zat de vader onder de plak bij zijn vrouw.

Adriana werd door de rechter tot 1 jaar eenzame opsluiting veroordeeld. Ze overleed in 1921, op 74 jarige leeftijd, maar haar stiefkinderen zijn vast niet op haar begrafenis geweest. Niet een prins op een wit paard redde de kinderen van hun boze stiefmoeder, maar een brigadier der marechaussee.


Bron: Klik Nieuws Regio Oss

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief