(On)schuldig

Gepubliceerd op: 4-11-2025

(On)schuldig
’Ik heb een kerosinebom, haha’, hoorde een vrouw een Portugees op Schiphol zeggen. De politierechter kan er niet om lachen

Een speciale eenheid van de Koninklijke Marechaussee haast zich op 10 april naar gate C16 op luchthaven Schiphol. Daar hoorde een vrouw iemand in de wachtrij tegen haar zeggen: „Ik heb een kerosinebom, dat is gevaarlijk”. Waarna deze man hard lachte.

Aan een marechaussee vertelt hij even later: „Het was een grapje over die bom. Ik wilde niks laten ontploffen, ik wilde naar mijn ouders in Spanje”. Maar in plaats van dat hij naar Zuid-Europa vliegt, wordt hij één dag in verzekering gesteld en verhoord. Tijdens het verhoor beweert hij nooit iets te hebben gezegd over een bom. Hij stond wel in de rij met de vrouw in kwestie en wilde haar en haar reisgenote voor laten gaan. „Zo heb ik dat van mijn ouders geleerd.”

Vandaag wordt hij in de Haarlemse rechtbank berecht voor het doen van een valse bommelding. De Portugees is niet aanwezig, zijn advocaat wel, net als vier studenten.
We komen wel iets te weten over de verdachte. Hij werkte in april voor een uitzendbureau in Sliedrecht en heeft in Spanje twee kinderen bij twee vrouwen. Hij heeft een schuld van duizenden euro’s en zou dagelijks drinken.
Hoewel het schijnbaar om een grapje ging, vindt de officier van justitie het een ernstig en ’heel vervelend feit’. Zo’n uitspraak kan paniek veroorzaken op een toch al drukke luchthaven en de getuige wist niet dat het geen serieuze opmerking was.

Voor het doen van een valse bommelding zijn geen richtlijnen wat strafvordering betreft, vertelt de aanklager. Hij eist een boete van vijfhonderd euro en een voorwaardelijke celstraf van een week, met een proeftijd van twee jaar. „Als waarschuwing dat hij dit soort dingen niet meer moet roepen.”

De advocaat van de Portugees ziet onvoldoende wettig en overtuigend bewijs en pleit voor vrijspraak. Hij denkt dat zijn cliënt in de rij helemaal niks heeft gezegd over een kerosinebom en dat daar ook helemaal geen aanleiding voor was. „Waarom zou je dat op zo’n moment roepen? De vrouw was zelf kennelijk ook niet echt onder de indruk. Als ze was geschrokken, had ze wel anders gehandeld.” Ook benadrukt de raadsman dat de Portugees ’heel moeizaam’ Nederlands spreekt.Maar de politierechter ziet geen enkele reden om te twijfelen aan de verklaringen van de vrouw. „Tussen hen is niks voorgevallen en ze kenden elkaar niet.” Dat ze twijfelde of ze de bommelding door moest geven, ziet de rechter juist als onderbouwing dat de man daadwerkelijk heeft gezegd dat hij een kerosinebom bij zich had. Dat de marechaussee de Portugees hoorde zeggen dat het maar een grapje was, maakt ook deel uit van het bewijs, vertelt de politierechter.

Explosievenverkenner
Hoewel het volgens de verdachte als grap bedoeld was, is dat voor de rechter geen reden het niet als strafbaar feit aan te merken. „Het hoeft geen serieus te nemen opmerking te zijn”, legt de rechter uit. Bovendien werd het op Schiphol wél serieus opgepakt, inclusief de inzet van een speciale eenheid en de teamleider explosievenverkenner.
De rechter vertelt dat de financiële omstandigheden van de man niet rooskleurig zijn. Hij werkte in Nederland om zijn kinderen te onderhouden en zou na de bommelding niet eens meer geld hebben gehad voor een nieuw ticket.
Bij het bepalen van de straf kijkt de rechter ook naar de gevolgen van de bommelding. Die bleven al met al toch redelijk beperkt, ziet hij. „Vrij snel bleek dat de dreiging niet heel groot was.”

Een taakstraf is niet aan de orde. De rechter houdt het bij een boete van vijfhonderd euro. „Meneer is al genoeg geschrokken. Ik denk dat een voorwaardelijke celstraf niet nodig is om hem ervan te weerhouden nog eens zoiets te doen.”