Nieuwe BMW K1600 Koninklijke Marechaussee kost bijna € 125.000 ex. BTW per stuk

Gepubliceerd op: 22-11-2025

In een officiële aankondiging meldt het ministerie van Defensie opnieuw de gegunde opdracht voor het leveren van zeker 184, maar mogelijk nog eens 150 (optie), K1600GT-P patrouillemotorfietsen. Het bijbehorende bedrag voor maximaal 334 motoren is echter totaal anders: niet de eerder genoemde 16,5 miljoen, maar 41,5 miljoen euro.

Die aanschaf ter waarde van 16,5 miljoen euro werd al eerder aangekondigd, maar de inkoopafdeling van het Ministerie van Defensie was toen vergeten de onderhoudswerkzaamheden op te nemen in de openbare melding. Defensie koopt immers niet alleen maximaal 334 K1600GT-P zescilinders, maar daar horen ook de kosten voor zaken als testen, opbouw met verbindingsapparatuur en politie-uitrusting, technische aanpassingen, onderhoud en motorbanden bij.

Bijna € 125.000
De correctie van de aanbesteding lijkt op zichzelf een schoonheidsfoutje, maar er is toch wel meer aan de hand: het totale aanbestedingsbedrag van de maximaal 334 motorfietsen stijgt namelijk opeens van de eerder genoemde € 16.542.284,- , dat is dus € 49.527,68 per motorfiets, naar een enorme € 41.635.704,-, dat is opeens € 124.657,80 per motorfiets. Dat is nu dan wel inclusief de ombouw naar een KMAR-versie, plus de zogenaamde ROB-kosten, die staan voor Reparatie, Onderhoud en Banden.

Voor alle bovengenoemde bedragen geldt dat ze exclusief BTW zijn. De -toch wel exclusieve- BMW K1600GT zescilinder kost voor consumenten € 32.420,-, maar dat is inclusief BPM, BTW, registratiekosten en kosten rijklaar maken. Exclusief BTW is dat € 26.793,39, waardoor de totale opbouw- en exploitatiekosten op zo’n 100.000 euro per motor komen.

Dan is er ook nog het feit dat Defensievoertuigen geen BPM (zo’n € 4500,-) betalen en dat de kans bestaat dat er bij zo’n grote order korting op de aanschafprijs wordt gegeven, waardoor de motorfiets voor de KMAR waarschijnlijk zelf nog flink minder dan dat kost.

Reactie Koninklijke Marechaussee
Na vragen van Nieuwsmotor.nl nam de afdeling voorlichting van de Marechaussee contact op met de inkopers van het Ministerie van Defensie, waarna de onderstaande officiële reactie volgde:

“Het is belangrijk om te benoemen dat het (de aankondiging, red.) een rectificatie van de publicatie van een gegunde opdracht betreft, niet dat de vorige versie en deze versie twee opdrachten zijn. Dan zou er namelijk dubbel geteld worden.”

“Daarnaast is de publicatiewaarde de waarde exclusief btw en inclusief alle opties. Dat betekent de optioneel af te nemen motorfietsen, de optioneel af te nemen optiejaren van het onderhoud en het onderhoud van de optioneel af te nemen motorfietsen gedurende de gehele maximale looptijd van het contract, meegenomen zijn in de berekening. De € 41,6 mln is dus de maximale waarde van deze opdracht, dat wil dus niet zeggen dat BMW Motorrad gegarandeerd dit volledige bedrag op hun bankrekening geschreven krijgt.”

184 + 150 vóór 2030
Het betreft dus de levering van 184 patrouillemotorfietsen met de optie om additioneel 150 motorfietsen af te nemen. Indien van deze laatste optie gebruik wordt gemaakt, dienen alle motorfietsen worden besteld vóór 01 januari 2030, het einde van de looptijd van de aanbesteding. Bij de overeenkomst is overigens ook het “leveren van documentatie” en het “verzorgen van opleidingen” (niet nader omschreven) inbegrepen.

Geen keuze; alleen BMW
Direct bij de aankondiging van de tender was al duidelijk dat de KMAR voor BMW Motorrad zou kiezen: na een marktconsultatie werd gemeld dat alleen modellen van BMW “kunnen voldoen aan de technische eisen en dat enkel met deze motorfietsen de hoofdtaken van de Koninklijke Marechaussee, zoals genoemd in het Programma van Eisen, uitgevoerd kunnen worden”.

BMW heeft alleenrecht
Het is een bekend gegeven dat in het gezochte segment inderdaad alleen BMW nog dergelijke ‘tourmotoren’ levert. De R1300RT en de K1600GT bleven als enige over, na het wegvallen van de Yamaha FJR1300, maar eerder al van de Honda Pan-European ST1300. Er werd echter lang gedacht dat de Marechaussee daarom ‘verplicht’ zou overschakelen naar de meer logische BMW R1300RT, maar de boxer-tweecilinder was blijkbaar niet goed genoeg, waarop de K1600 zescilinders opeens opdoken. Op zich zijn die in aanschaf voor consumenten maar 5000 euro duurder, maar de onderhoudskosten voor een exclusieve zescilinder als die van de K1600, lijken wel heel anders dan die van het breed verkochte boxermotorblok uit de R1300-serie.