Nederlandse trainingsmissie in Afghanistan

Gepubliceerd op: 31-1-2020

De vorderingen van de Nederlandse trainingsmissie in het Afghaanse Kunduz zijn te rooskleurig voorgesteld aan de Tweede Kamer. De leiding van de missie verzweeg tegenslagen om het politieke draagvlak voor de missie niet te verliezen, concluderen onderzoekers van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat is een "ernstige conclusie" en reden voor het kabinet "de hand in eigen boezem" te steken, zeggen de vier betrokken ministers.

Van 2011 tot 2013 trainden Nederlandse militairen en marechaussees in de Noord-Afghaanse provincie Kunduz lokale politieagenten. De missie kwam moeizaam tot stand. Omdat gedoogpartij PVV de missie niet steunde, moest het kabinet oppositiepartijen over de streep trekken. Dat lukte, maar pas onder allerlei beperkende voorwaarden van vooral GroenLinks en de ChristenUnie.

De missie begon daardoor onder een slecht gesternte, stellen de onderzoekers. Het kabinet wilde per se weer een militaire missie in Afghanistan en dacht minder na over wat die zou kunnen uitrichten. En de beperkingen die de oppositie afdwong, zaten de missie in de weg. Door Nederland opgeleide agenten mochten bijvoorbeeld niet buiten Kunduz aan de slag en mochten niet actief achter Talibanstrijders aan. 

Bron: ANP

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief