’Vaker wangedrag op marineschip Zr. Ms. Johan de Witt’

Gepubliceerd op: 10-2-2021

Niet alleen drugssmokkel, maar ook mishandeling, sigarettensmokkel en verdenking van harddrugsgebruik. Aan boord van Zr. Ms. Johan de Witt blijken afgelopen twee jaar meer incidenten te zijn geweest dan de cokesmokkel waardoor het marineschip eind 2019 negatief in het nieuws kwam.

Volgens bronnen van De Telegraaf is er sprake van structureel wangedrag onder manschappen en onderofficieren. De Koninklijke Marechaussee en de douane bevestigen meerdere incidenten.

Het was voor de marine buitengewoon pijnlijk toen in oktober 2019 op Curaçao en in Den Helder op het amfibische troepentransportschip twee rugzakken met elf kilo cocaïne elk werden aangetroffen. De tweede doorzoeking zorgde volgens opvarenden voor grote stress bij een deel van de bemanning. Niet alleen Haarlemmer Daniël P. (23) – vanwege de drugssmokkel veroordeeld tot vier jaar cel - had wat te verbergen. Bemanningsleden knepen hem omdat ze grote hoeveelheden belastingvrije sigaretten smokkelden. Per opvarende is een slof toegestaan, maar er waren volgens bronnen matrozen die 75 sloffen probeerden mee te krijgen. Een zegsman van de opsporingsdienst wil dit aantal uit oogpunt van privacy niet bevestigen, maar erkent dat ’er een grotere hoeveelheid sigaretten aangetroffen is dan toegestaan.’ De zaak wacht nog op afhandeling.

Uit dezelfde periode dateert een mishandeling die wel is afgedaan. Het ging om een bemanningslid dat volgens de commandant van Zr. Ms. Johan de Witt teveel gedronken had en zich misdroeg. Hij maakte zoveel lawaai dat hij een collega met vroege dienst wekte. Die gaf hem uit ergernis een knal voor zijn kop.

Tegen die laatste deed de commandant aangifte. Hij eindigde bij de marechaussee in de cel. De lawaaischopper kreeg van zijn baas strafdiensten en een alcoholverbod. Na bemiddeling tussen slachtoffer en verdachte besloot justitie de zaak te seponeren, meldt het parket in Arnhem. Ook recent waren er incidenten aan boord. De Johan de Witt verbleef afgelopen november, begin december in Britse wateren. Vanwege Covid mocht de bemanning niet aan land en werd er op een vrijdagavond in de haven van Plymouth een feestje georganiseerd.

Een bemanningslid meldde bij de staf dat hij een ruimte waar drie collega’s zaten twee van hen cocaïne had zien snuiven. Een vergrijp waar strafontslag op staat. Er kwam een zoektocht naar hen en nadat het trio was gevonden, werden hun hutten op slot gedaan. Aan dek werden twee zakjes met een wit poeder gevonden. De commandant liet de medewerkers van de technische dienst in afwachting van onderzoek door de KMar apart zetten.

Van KMar-onderzoek aan boord kwam het niet omdat de marechaussee vanwege corona geen mensen besloot in te vliegen. De verdachten werden met de zakjes naar Nederland gestuurd waar de militaire politie vaststelde dat er geen coke, maar ketamine in zat. Ook een verdovend middel, maar eentje dat niet op lijst 1 van de Opiumwet staat. Daardoor en omdat de zakjes op basis van de getuigenverklaringen en de plek waar ze waren gevonden niet aan de mannen konden worden gelinkt verviel volgens een zegsman van de KMar de verdenking van harddrugsgebruik. De marinemensen hoefden geen drugstest af te leggen. Ook aan boord was dit niet gedaan omdat de marine daar niet over beschikt. De zaak eindigde door het ontbreken van bewijs in een sepot.

Straf was er wel voor tien opvarenden die tijdens het zoeken naar de veronderstelde snuivers werden betrapt bij een illegale afterparty in de wapenkamer. Ze waren in de ruimte waar wapens worden gerepareerd en onderhouden aan het drinken nadat de tapkraan om tien uur ’s avonds was afgesloten. Hiertegen kon de commandant wel optreden omdat de zaak niet onder het strafrecht valt. De tien opvarenden – matrozen en korporaals – kregen strafdienst opgelegd. De commandant van Zr. Ms. Johan de Witt, Walter Hansen, vindt dat er aan boord geen sprake van structureel wangedrag is, maar hij probeert het aantal incidenten wel naar beneden te krijgen.

Sinds hij een jaar terug het commando over het schip overnam, kreeg Hansen met drie zaken te maken. Een gemiddelde dat volgens hem niet afwijkt van wat er op andere marineschepen speelt. Ondanks de veel grotere bemanning van de De Witt. Tegelijkertijd wil hij het daarmee niet goed praten.

„Elke keer wanneer zoiets gebeurt, balen mijn staf en ik ervan en kijken we elkaar aan met de vraag: ’Hoe kunnen we dit een volgende keer voorkomen’. 95 procent van onze mensen gedraagt zich goed. Je wil dat het 100 procent wordt, ook al weet ik ook dat het lastig is”, zegt Hansen. De commandant probeert door als het mogelijk is zaken zo snel mogelijk tuchtrechtelijk af te doen een signaal af te geven dat wangedrag niet wordt getolereerd. Het voordeel van deze straffen is volgens Hansen dat ze publiekelijk bekend worden gemaakt aan boord. „Je staat er dus gekleurd op.”

Een rode lijn in de incidenten is drank, erkent de commandant. Zou het geen idee zijn het schip droog te leggen? Hansen noemt het de makkelijkste optie, eentje waar hij wel eens aan denkt, maar waarvoor hij niet kiest omdat het in zijn ogen niet de beste remedie is.

„Je zoekt naar een oplossing waarbij je het met elkaar regelt en niet de overgrote meerderheid het slachtoffer laat worden van een kleine groep. Het is een wankel evenwicht ja, tegelijkertijd zijn de Amerikaanse schepen helemaal drooggelegd en het is zeker niet zo dat daar aan boord geen excessen voor komen.”

 

 

 

Bron: De Telegraaf

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief