Hoe de aanslag op Koninginnedag Renaldo onzichtbare littekens bezorgde

Gepubliceerd op: 7-1-2023

Zijn vader kwam op het verkeerde pad terecht, maar Renaldo Ishaak wil van jongs af aan maar één ding: bij de politie. Het wordt uiteindelijk de Koninklijke Marechaussee en in die hoedanigheid maakt de 37-jarige Stadjer - afgelopen jaar ook te zien in televisieprogramma Hunted - de meest ingrijpende incidenten mee. De aanslag tijdens Koninginnedag in Apeldoorn verandert zijn leven.
Lang hoeft Ishaak niet na te denken als hij in februari 2009 gevraagd wordt om samen met zeven andere bikers van de marchaussee op Schiphol te gaan werken in Apeldoorn tijdens Koninginnedag. Het is de stad die een jaar eerder is aangewezen als de plek waar koningin Beatrix en de rest van het koninklijke huis Koninginnedag vieren. Maar ook de plek waar de Groninger zijn opleiding tot marechaussee deed. 'Een klein beetje thuiskomen dus', lacht de Stadjer, die opgroeide in de wijk Beijum.

'Ik was een paar weken voor Koninginnedag al naar Apeldoorn gegaan om met de politie de route bij langs te gaan en veiligheidsprotocollen te doorlopen. Aan de andere bikers vroeg ik om in de nacht voor Koninginnedag samen op het opleidingscentrum in Apeldoorn te overnachten, zodat niemand zich op de dag zelf zou verslapen of in een file terecht zou komen. Ik wil nou eenmaal onzekerheden uitsluiten', legt hij uit.
De volgende ochtend stapt het biketeam na een briefing van de politie op de fiets richting het centrum van de Gelderse stad. 'We fietsten in koppeltjes en ik werd gevraagd om de open bus met de koninklijke familie mede te begeleiden. Er zouden wat demonstranten aanwezig zijn, dus mocht er wat gebeuren, dan konden wij daarop reageren. Dat was het idee.'
'Een aanslag, honderd procent'
'Ik fietste gevoelsmatig al een uur voor de bus, toen we een kruispunt naderden. Voor mij liep een cameraploeg van de NOS en wij fietsten heel langzaam tussen hen en de bus in. Zo langzaam dat je bijna je balans verliest, maar dat moet niet. Anders ga je live op televisie op je bek en dat wil je niet', lacht hij. 'Op een gegeven moment kreeg ik via m’n oortje te horen dat het camerateam van de NOS in de weg liep en op een andere plek moest filmen.'

'Terwijl ik het NOS-team aanspreek, wordt mijn plek overgenomen door een andere biker. Maar ineens zie ik vanuit mijn ooghoeken van alles door de lucht vliegen. Ik zie mensen omvervallen en een auto voorbijkomen, die met een noodgang tegen het monument De Naald knalt. Terwijl ik naar die auto sprint, is een andere collega er al bij en vraagt aan de bestuurder wat er in hemelsnaam was gebeurd.'
'Maar ik had meteen door dat het een aanslag was. Honderd procent', blikt hij zelfverzekerd terug. 'Het was bovendien in een hoog risicogebied. Deze man kon daar onmogelijk zomaar rijden en helemaal niet met die snelheid. Hij was gewond en ik hield zijn hoofd vast, terwijl mijn collega hem ondervroeg. Toen verklaarde hij (Karst T., red.) dat hij het bewust had gedaan. Die nacht erop is hij aan z’n verwondingen overleden.'

Impact
'De nasleep was enorm', weet Ishaak nog goed. 'Toen we Apeldoorn uit reden om terug te gaan naar Schiphol, zeiden m'n collega en ik nog tegen elkaar toen we het nieuws van 21.00 uur op de radio hoorden: hé man, daar zijn wij gewoon bij betrokken geweest, niet doordrongen van het feit dat die gebeurtenis zoveel impact zou hebben op de rest van de wereld. Toen we op Schiphol arriveerden, gingen onze collega’s van de nachtdienst in een rij staan om voor ons te applaudisseren. We waren verbaasd, want wij snapten niet waarom.'
Ishaak zoekt z'n bed op en is binnen een paar seconden in dromenland. Als de wekker de volgende dag gaat en hij in alle vroegte zijn ronde op de luchthaven doet en alle kranten ziet, wordt pas écht duidelijk wat er een dag eerder was gebeurd en wat de impact daarvan was. 'Tegenwoordig krijg je informatie via sociale media razendsnel tot je, maar toen nog niet. Ik opende de website Nu.nl en zag mezelf bij de gecrashte auto op de homepage staan. Bizar eigenlijk. Mijn leven veranderde enorm na die dag.'
'Iedereen wilde weten wat er nou precies was gebeurd', vertelt Ishaak. En elke keer deed hij het verhaal. Tegen collega's, tegen wie hem ook aansprak. 'Het werd een filmpje dat ik steeds opnieuw in mijn hoofd afspeelde. En dan beleef je de situatie ook elke keer opnieuw. Daardoor drukte ik mezelf keer op keer in een stresssituatie en veranderde ik langzaam. Ik weet nog goed dat m'n vriendin jaren na die dag zei dat ze de Renaldo van vijf jaar geleden terug wilde.'
Losse handjes
De dag blijkt achteraf een druppel te zijn geweest die zijn toch al overvolle emmer deed overlopen. En die emmer werd al vroeg gevuld, want de jeugd van Ishaak was allesbehalve normaal. Zijn vader die actief is in het criminele circuit en later vluchtte naar Venezuela, had coffeeshops in Winschoten en Delfzijl en nam zijn zoon om het weekend mee naar beide shops. Zijn vader en moeder gingen uit elkaar toen Ishaak drie jaar was, maar de nieuwe vriend van zijn moeder had losse handjes, waardoor thuis veel mishandelingen plaatsvonden en er vaak politie over de vloer kwam.

IIn mijn jeugd heb ik alleen maar criminele dingen gezien. Zo voelde het alsof de ex-vriend van m’n moeder in het wetboek van strafrecht overal een vinkje achter wilde hebben', vertelt Ishaak, die jarenlang geconfronteerd bleef worden met zijn voormalige stiefvader. 'Op de middelbare school in Groningen was ik elke dag bang om naar huis te gaan. Ik was doodsbang om m’n moeder dood thuis aan te treffen. Maar ook bang voor mezelf als mijn ex-stiefvader er was.'
Voormalige klasgenoten van het Wessel Gansfortcollege in Groningen of teamgenoten van voetbalvereniging Noordwolde, waar hij jarenlang het doel verdedigde, kennen hem misschien nog onder de naam Renaldo Oudman, maar omdat hij om meerdere redenen niets meer met zijn biologische vader te maken wil hebben, veranderde hij zijn achternaam in die van zijn moeder. Twee weken nadat hij zijn mavodiploma op 16-jarige leeftijd in ontvangst mag nemen, is de naamswijziging een feit.
Van grote diamantroof tot Schipholbrand
Ishaak wil daarna het liefst bij de politie, maar is daarvoor nog te jong, zo krijgt hij te horen. Maar via de opleiding Vrede en Veiligheid aan het Noorderpoort in Groningen raakt hij geboeid door de marechaussee. Zo komt hij uiteindelijk in Apeldoorn terecht, waar hij 'van dat dikkerdje op de middelbare school' uitgroeit tot een volwaardig marechaussee, die op Schiphol geplaatst wordt. Daar maakt hij talloze incidenten van dichtbij mee, het ene nog groter dan het ander.
'Na twee weken deed ik m'n eerste reanimatie al, die overigens goed afliep. Ik weet nog dat ik terugkwam op m'n slaapkamer en m’n moeder belde met de mededeling dat ik iemand had gereanimeerd. Ze was net zo verbaasd als ik', lacht Ishaak, die in zijn eerste weken regelmatig lag te knokken met criminelen die niet aangehouden wilden worden of achtervolgingen meemaakte.
'Daardoor leer je onbewust veel en sta je je mannetje op Schiphol. In de jaren die volgden, leek het wel alsof alle grote of bijzondere incidenten bewaard bleven voor als ik aan het werk was, dingen die je ook live op CNN ziet, zoals de grootste diamantroof uit de Nederlandse geschiedenis in 2005. En de Schipholbrand in 2005. Die vlammen vlogen uit het dak van het cellencomplex. En dan kom je daar om te zorgen dat iedereen in veiligheid komt', blikt Ishaak terug.
'Midden in de nacht werden die lichamen uit het cellencomplex getild, dat beeld vergeet ik nooit meer. En je gaat gewoon weer verder met werken, hè. Je moet gewoon aan staan, er is geen ruimte voor emoties op dat moment. Ik ben degene die moet helpen als mensen 112 bellen, dan moet je niet zitten huilen in een hoekje.' Allemaal kleine druppels die Ishaaks emmer langzaam vulden.

Toch in tranen
'In 2006 zag ik recht voor m'n ogen hoe een taxichauffeur op Schiphol werd geschept door een bus. Die taxichauffeur zat bekneld in z'n auto en kon geen kant op, terwijl de auto in brand vloog. Dat was zo heftig, vooral door de machteloosheid van de chauffeur, omdat ik niks voor hem kon betekenen. Die machteloosheid ken ik nog van vroeger, toen ik bij vechtpartijen tussen m'n ex-stiefvader en mijn moeder stond en m’n moeder de vernieling in werd geslagen. Machteloosheid kun je onderdrukken, maar het kwam weer naar boven bij het ongeluk. Vlak daarna werd ik afgelost en barstte ik in tranen uit.'
Koninginnedag 2009 is voor hem de druppel. 'Ik bleek een posttraumatische stressstoornis (PTSS) te hebben opgelopen door alles wat ik heb meegemaakt. Dat had ik zelf niet door, maar dat werd gediagnostiseerd toen ik 31 was. In de jaren na die aanslag in Apeldoorn werd ik bozer, ging ik me afzonderen, sliep ik slecht en in m’n relatie was ik niet tof. Maar dat lag natuurlijk niet aan mij', vat hij de jaren na het incident samen.
Wat er gebeurt als je PTSS hebt, legt de Stadjer nu vaak uit als een situatie waarin je niet in één keer helemaal verandert, maar in tergend langzame stapjes. 'Je hebt ook pas door dat je dikker bent geworden als je een bepaalde broek niet meer past. De weg ernaartoe heb je niet door en dat gebeurt in je hoofd ook. Als mensen zeiden dat ik veranderd was, zei ik: je moet je bek houden en je er niet mee bemoeien. Jíj moet normaal doen, niet ik.' Inmiddels weet hij beter.

Boek
De therapieën die Ishaak kreeg zodat hij kon leren omgaan met PTSS, sloegen niet aan. 'Maar ik kan wel goed praten met mensen met hetzelfde probleem. Dat helpt. Het gaat op dit moment nog steeds niet heel goed met me, maar ook zeker niet slecht. Wat ook vervelend is, is dat je niet aan mij ziet dat ik PTSS heb. Misschien zie je me veel glimlachen als je me op tv of social media ziet, maar dat is een masker dat ik op heb. Of ik dat masker ooit nog af kan doen? Dat wordt lastig.'
Dat hij zo open over zijn situatie praat, is niet altijd zo geweest. Dat krijgt pas gestalte als hij erover in gesprek raakt met Fabian Bohn, ook wel bekend als Brennan Heart, een van Nederlands bekendste hardstyle-dj's. Ishaak komt met hem in contact via jeugdvriend Chjanoy Kromowidjojo, de broer van zwemster Ranomi, de tourmanager van de dj. 'Ik keek altijd enorm tegen Brennan Heart op, maar hij zei tegen mij: joh, jij bent de man die op televisie was tijdens Koninginnedag in Apeldoorn, ik keek toen tegen jou op.'

Tijdens die ontmoeting werd het zaadje geplant voor wat in 2021 leidt tot het boek First responder, de mens achter het uniform, waarin Ishaak zijn levensverhaal deelt. Het leverde reacties op waar hij zelf versteld van stond. 'Zat ik ineens bij Beau, Goedemorgen Nederland en Radio 1 en daardoor kreeg ik veel exposure. Mensen begonnen mij te volgen op social media en deelden veel soortgelijke verhalen.'
'Van collega’s tot mensen bij de politie, brandweer of ambulance; iedereen wilde met me praten over wat ik heb meegemaakt. En dat gebeurt elke dag nog steeds', vervolgt hij. 'Ik kreeg soms zeshonderd berichten in een uur tijd, terwijl ik iedereen netjes een berichtje terug wilde sturen. Ouders van mensen die bij hulpdiensten actief zijn, stuurden bedankjes met dat ze eindelijk wisten waarom hun zoon of dochter bepaald gedrag vertoonde. Dat is super dankbaar, maar al die verzoeken en hulpvragen kon ik niet in m’n eentje behandelen. Maar daar is verandering in gekomen', zegt hij trots.

Rust vinden
Sinds dit jaar heeft Ishaak z'n werk bij de staf van de Koninklijke Marechaussee namelijk ingeruild voor werken bij Defensie, waar hij zich richt op mentale gezondheid. Ook zal Ishaak zich bezighouden met het platform KNAK, dat hij vorig jaar is gestart met sergeant Robin Imthorn van Korps Mariniers. Eerst deed hij dat naast zijn werkzaamheden bij de marechaussee, maar sinds 2023 is de Stadjer er fulltime mee bezig.
'Als ik lezingen geef, zeg ik altijd: praat met elkaar, niet over elkaar. Mentale gezondheidsproblemen zijn heel erg belangrijk om bespreekbaar te maken, zeker na de covid-periode. Mensen vragen weleens: hoe heeft de marechaussee jou in godsnaam kunnen aannemen met al die problemen waarmee je kampte? Maar alles wat ik nu zeg, besprak ik toen niet. Dat was niet omdat ik het niet wilde, maar omdat ik die problemen verdrongen had. Het kwam allemaal naar boven toen ik diep in de put zat.'

Hoewel Ishaak alweer jarenlang onder de rook van Schiphol woont, gaat hij nog af en toe terug naar de stad waarin hij werd geboren en opgroeide. Door de vervelende gebeurtenissen uit zijn jeugd is een bezoek aan de stad niet altijd even makkelijk. 'Ik heb altijd moeite gehad om weer thuis te komen, waar ik ook woonde. Puur omdat de vier muren mij beangstigden door wat ik heb meegemaakt. Daardoor mijd ik Groningen ook. Ik ben er drie of vier keer per jaar, maar hoe dichter ik bij de stad kom, hoe moeilijker het wordt in m’n hoofd.'
Als hij over de drempel stapt bij zijn moeder, weet ze dan ook dat ze haar oudste zoon even met rust moet laten. 'Dat heb ik even nodig', lacht hij. 'M’n moeder heeft nu overigens een lieve man, dus dat geeft rust voor haar en dat is fijn.' Zelf hoopt hij die rust ook weer te vinden. 'Als het 25 jaar oorlog in je hoofd is geweest, is het niet opeens weer rustig', legt hij uit. Wat daarbij kan helpen, is nieuwe herinneringen maken. Zo zit hij nog altijd in een appgroep met zijn voormalige teamgenoten van VV Noordwolde. 'Ze spreken nog regelmatig af, maar ik ben daar al jaren niet bij. Misschien wordt het weer eens tijd', besluit hij met een glimlach.


Bron: RTV Noord

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief