Diamantrover verbreekt stilzwijgen over mega-diefstal

Gepubliceerd op: 10-2-2024

Diamantrover verbreekt stilzwijgen over mega-diefstal: ’Ik zat maandenlang verkleed bij het vliegveld’
Op 25 februari 2005 werd op Schiphol op spectaculaire wijze een lading diamanten met een waarde van ruim 72 miljoen dollar geroofd. Het brein achter de roof Errol H.V. (59) zweeg altijd, maar deed voor De Telegraaf tijdens een reeks geheime ontmoetingen exclusief zijn verhaal. Dinsdag werd hij opgepakt op Ibiza. Vandaag deel 1: „Om vier uur ’s nachts zijn we in de bus geklommen waarin die lege dozen zaten en kropen erin...”

Het is rond half vier op 6 februari als een man en een vrouw in het noorden van Ibiza met een auto over een slingerweggetje richting huis rijden. Plotseling komt een wagen van de lokale Spaanse politie aanrijden. Die laat de auto van de twee stoppen aan de kant van de weg.

Agenten sommeren met getrokken vuurwapens de man uit te stappen, die even later geboeid op de grond ligt. Het is een arrestatie op verzoek van justitie in Nederland. De man is Errol H.V. (59), beroepscrimineel en het brein achter de diamantroof op Schiphol in 2005. Hij werd veroordeeld voor de roof, maar moet nog zeker 6,5 jaar zitten. Hoe kan het dat hij vrij rondliep?

H.V. werd in 2019 veroordeeld tot zeven jaar cel. Na iets meer dan drie jaar verliet hij alweer de gevangenis, omdat de rover zijn hoger beroep in vrijheid mocht afwachten. Zwaar tegen de zin in van het Openbaar Ministerie dat protesteerde tegen het besluit van het hof. En die legde later een veel zwaardere straf op.

De diamantrover vertrok na wat omzwervingen naar Ibiza. Hier woonde hij bij kennissen en verdiende naar eigen zeggen wat bij met het geven van massages. Op het eiland werd ook gewerkt aan een documentaire over de diamantroof en zijn leven. De Telegraaf ontmoette H.V. in de afgelopen jaren in het geheim in Nederland en op Ibiza. Hij deed zijn verhaal over de roof uit te doeken. Waarom?

Ellende
„De Schipholroof heeft me alleen maar ellende bezorgd. Op diamanten rust een vloek. De roof betekende het einde van vriendschappen en familierelaties. Het is tijd om schoon schip te maken. Ik heb veel goed te maken: met mijn familie en andere dierbaren”, zegt Errol H.V. Hij wil hier om privéredenen niet over uitwijden.

Zijn laatste grote roof vóór de Schipholroof was de kluisroof in de ABN Amro in Eindhoven in 1998 waarbij hij zich met een handlanger een weekend lang liet opsluiten in de kluisruimte. In alle rust forceerden hij met zijn vaste ’partner in crime’, Wijnand ’De Lange’ B., 583 kluisjes. De geschatte buit was 20 miljoen gulden. Errol werd van de roof vrijgesproken en alleen veroordeeld voor heling.

Terug naar het voorjaar van 2004. Errol en De Lange krijgen dan een tip over Schiphol. „Op de B-Pier kwam af en toe een vliegtuig waar een heleboel geldauto’s naartoe reden. Dat moesten we uitvogelen.” Errol regelt een toegangspas van een corrupte werknemer en infiltreert in de luchthaven.

„Na een paar weken werd ik geaccepteerd als werknemer. We wisten na verloop van tijd alles over Schiphol. Als ik een terrorist was geweest had ik het hele vliegveld kunnen opblazen”, vertelt Errol. Hij ziet hoe geldwagens vliegtuigen bevoorraden. „Ze kwamen het platform op met veel beveiliging. Dat was interessant”, vertelt Errol.

Op Schiphol doet hij zich ook voor als vliegtuigspotter om observaties uit te voeren. „Maandenlang zat ik bij de hekken langs het vliegveld. Pruik op, neptandjes, klapstoeltje, thermoskan met koffie. Door het bestuderen van de vluchtnummers van de vliegtuigen wisten we dat de vliegtuigen met de waardevolle lading naar België vlogen. Vrijdagochtend tussen negen en tien uur.”

Verrekijkers
Errol en De Lange willen weten om wat voor waardevolle transporten het gaat en gaan eind 2004 naar de luchthaven van Antwerpen Ze wachten in de ochtend tot zo’n vliegtuig landt. De twee liggen met verrekijkers in de bosjes naast het luchthaventerrein. Als de wielen van het waardetransport uit Amsterdam het asfalt van het vliegveld raken, zien ze één groot circus.

„Er kwamen motoren, gepantserde voertuigen en bewapende politiemensen. De vracht werd overgeladen in een bus en een heel konvooi vertrok met toeters en bellen.” Errol en Wijnand B. besluiten om het te volgen. Het aanvankelijke doel is om in Antwerpen een roof te plegen.

De twee rijden met snelle motoren op afstand achter de colonne aan. Ze zien hoe het konvooi in de Antwerpse Pelikaanstraat de grond in verdwijnt. „Dat is het hart van de Antwerpse diamantbuurt. Toen wisten we dat het om diamanten ging.” Ze besluiten dan om op Schiphol de lading te roven, als die vanuit een transportwagen wordt overgeladen in het vliegtuig naar Antwerpen.

Het is voor de marechaussee en justitie altijd een mysterie geweest hoe Errol en zijn handlanger de airstrip van Schiphol opkwamen toen ze de roof pleegden. Errol onthult nu hoe dat ging.

„Nieuwe vliegtuigstoelen werden aangeleverd in dozen. Die werden niet gescand bij interne controles. Wij zorgden er via een contact voor dat op Schiphol-Oost lege dozen in een bus werden gezet. Om vier uur ’s nachts zijn we in de bus geklommen waarin die lege dozen zaten en kropen erin. Zo zijn we het fort op gekomen”, zet hij uiteen.

De bus met ’vliegtuigstoelen’ wordt dan naar de F-pier gereden. „Daar had je toiletten voor personeel en zijn we eruit gegaan. We waren gekleed als KLM-werknemers. In de toiletten wachtten we op de wapens.” Voor de overdracht van de wapens had Errol een code bedacht. „De leverancier zou een stuk van het nummer ’De vlieger’ van André Hazes zingen.” Errol zingt terwijl hij vertelt: ’Ik heb hier een brief.... voor mijn moeder!’.

Diefstal KLM-voertuig
Als ze de zware wapens en een granaat hebben, is het zes uur ’s ochtends. Errol rijdt met een handlanger weg in een KLM-busje, een Citroen Jumpy op Delta 7 op de airside van de luchthaven. Even later komt bij de meldkamer een melding binnen van de diefstal van een KLM-voertuig.

„Ineens staat er een schreeuwende marechaussee naast me. Ik wilde net mijn bivakmuts naar beneden trekken voor de overval. Hé, lul! Je hebt mijn bus meegenomen! Ik deed alsof ik belde en riep: Theo, wat flik jij nou man, je hebt me de verkeerde bus gegeven!” De twee moeten achter de man van de marechaussee aanrijden, zo staat ook in het strafdossier. Errol: „Bij een rotonde scheurde ik rechtdoor richting de uitgang. Ik dacht: desnoods knal ik gewoon door de slagbomen. Maar er stond een grote tankauto en de slagbomen waren open, dus ik rij er zo uit.”

Errol is teleurgesteld, maar gaat twee dagen later terug naar het spottersplekje. „Ik wilde weten of er wat veranderd was qua veiligheidsbeleid. Maar nee dus.” Errol wil op 25 februari een nieuwe poging wagen. Hij schakelt een andere handlanger voor de klus in. Errol noemt ondanks hun veroordelingen geen namen van medeverdachten, behalve die van de overleden Wijnand ’De Lange’ B. Erik P. is veroordeeld voor de eerste poging op 10 februari 2005. De handlanger die Errol noemt, is Marlon D., die net als H.V. werd veroordeeld voor de roof op 25 februari.

Wapens
Weer laten Errol en Marlon D. de wapens naar een toilet brengen en ze pikken opnieuw een KLM-werkbusje. Tegen acht uur willen ze in hun werkkleding naar het Tulip Air-vliegtuig KL9277 rijden op het extra beveiligde B-platform. „We zouden toeslaan als de waardetransportauto uit de kluis zou komen om de diamanten over te laden.” De rit vanuit de kluis tot het vliegtuig is 400 meter en duurt één minuut, staat in het strafdossier beschreven. Het vliegtuig heeft echter vertraging en Errol en zijn handlanger moeten een uur op het luchthaventerrein rijden. Gaat het opnieuw mis?

„We positioneerden onze wagen na een uurtje vlak bij het vliegtuig. Toen de eerste zak naar het vliegtuig ging reden we erheen. De deuren van de auto gingen open en de wagen bleek tjokvol met zakken te zitten. We waren totaal verrast. Bij het eerder afleggen waren het acht tot tien zakken”, vertelt Errol.

"’Hier die porto's!’ Ga liggen! Sleutels!, roept één van hen"
Ze besluiten om de hele waardetransportwagen mee te nemen. Errol: „Dat is dus allemaal ter plekke ontstaan.” Onder dreiging van vuurwapens en een handgranaat dwingen de overvallers de chauffeur van de waardetransportwagen om de sleutels te geven.

’Hier die porto’s! Ga liggen! Sleutels!’, roept een van hen. Een van de medewerkers verklaart later bij de marechaussee dat het hem opviel dat de gewapende overvaller zo rustig was. Errol: „Ik ben altijd heel erg rustig bij een klus. Meestal zing ik.” Hij begint het nummer Another day to run van Bill Wither te zingen. „Dat zong ik toen ook.”

De medewerkers van de waardetransportwagen en de auto erachter die als extra beveiliging dient, zijn ervan overtuigd dat de overvallers niet zomaar met de gekaapte wagen weg kunnen rijden omdat er meerdere beveiligingssystemen zijn geïnstalleerd die dat moeten voorkomen. Maar ze hebben het mis.

„Uit een enorme bos sleutels haalde ik met geluk de juiste om de wagen mee te starten. Maar toen bleek dat er een code in moest worden gevoerd”, zegt Errol. Op dat moment gaat er een alarm af. „We hoorden: hallo, meldkamer hier! Wat gaat u doen? Dus ik trek de intercom los, smijt de portofoon uit het raam en we rijden plankgas naar een uitgang.”

Remsysteem
Maar dan treedt er een remsysteem op de geldwagen in werking. Errol: „Ik rij keihard over dat vlak, schiet dat ding bij de uitgang ineens op de rem. En we moesten nog een heel stuk naar een viaduct in Hoofddorp, waar we zouden overstappen.” De wielen beginnen te roken. „Toen we onder het talud aankwamen hadden we vier roodgloeiende remschijven en hing er een wolk van rook. En daar stond die Lange. Stomverbaasd hoe en met welke auto we aankwamen”, vertelt Errol.

"Volgende week deel 2: wat gebeurde er met de diamanten?"

 

Bron: De Telegraaf

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief