Gepubliceerd op: 31-12-2022
Dit ben ik Iedereen heeft verschillende identiteiten. Hoe worden we wie we zijn? Bodyguard Malcolm Wynter (45) zat bij de marechaussee lang ‘in de overlevingsmodus’. Na omzwervingen is hij daar nu weer terug, als reservist.
‘Ik ben door alle hoepels gesprongen. Heb assessments gedaan. Capaciteitstesten. Alles. Omdat er mensen op mijn pad kwamen die in mij geloofden. Die verder keken dan die brutale militair van vroeger. Mensen zoals luitenant-kolonel Stanley Nooitmeer, die Defensie oprecht inclusiever en diverser willen maken. Toen hij mij daar over vertelde, zei ik ‘dat gaat je nooit lukken’. Defensie is een witte organisatie. Daarom heb ik een Marokkaans vriendinnetje van mijn dochter een tijd geleden bijvoorbeeld ook afgeraden om na haar examen bij de marechaussee te gaan. Gezegd dat zo’n keus zonde is voor haar toekomst. En toch ben ik nu om.
De marechaussee heeft mij gevormd. Ik was een jaar of twintig toen ik in de Veronica Gids reclame zag voor Defensie. Tot die tijd rommelde ik maar wat aan. Ik had een lagere beroepsopleiding gedaan waar ik nauwelijks lessen volgde en toch mijn examens haalde. Een van mijn docenten had mijn moeder gezegd dat ik naar de havo moest. Maar zij vond het schooladvies dat ik op de basisschool had gekregen prima. Daarna woonde ik een tijdje met mijn vrouw, toen nog mijn vriendin, in mijn geboorteland Bonaire. Weer terug in Nederland werkte ik voor een uitzendbureau.
„Ik kwam als baby naar Nederland omdat mijn moeder trouwde met een Nederlandse man. Ik wist niet beter dan dat hij mijn vader was. Hij had mij erkend en tot zeven jaar geleden had ik ook zijn achternaam. Tot mijn achtste woonden we in Lelystad in een Antilliaanse enclave. Een heerlijke tijd. Toen mislukte het huwelijk van mijn ouders en trok mijn moeder naar Alkmaar. Dat was een cultuurshock. Opeens zat ik op een witte basisschool vol botte Westfriezen. Mijn vuisten werden het antwoord op hun pesterijen.
„Met mijn biologische vader, een Brits-Guyanese kapitein op de grote vaart, had ik nauwelijks contact. Ik kreeg weleens een brief, maar dat was het wel. Ik heb hem op mijn achttiende voor het eerst ontmoet in Atlanta. Toen ik hem op het vliegveld zag, leek het alsof ik in de spiegel keek. En toch was hij een vreemde. Pas toen ik zijn dochters ontmoette, werd het een heel ander verhaal. Dat voelde meteen goed. Zij sloten mij in hun armen. En mijn vader later ook. Daarom draag ik nu hun naam.
‘Ik wilde bewijzen dat ik net zo goed was, en misschien zelfs wel beter, dan mijn witte collega’s.’
„Tijdens mijn eerste opleiding bij de marechaussee had je twee richtingen; de beveiligers en de wachtmeesters. Het viel mij op dat de collega’s van kleur voornamelijk bij de beveiligers zaten. Vond ik prima. Het was een leuke opleiding en ik had een vast inkomen. Maar ik wilde verder. Ging uiteindelijk toch de wachtmeestersopleiding doen. En daarna door naar de antiterreureenheid. Ik kwam, net zoals de vrouwen en alle mensen van kleur, terecht bij het observatieteam. Alle anderen gingen naar de afdeling persoonsbeveiliging. Dat was voor mij wel een signaal. Maar ik dacht: ik kan het en ik ga gewoon een stapje harder. En ik had een grote bek. Als ik daar nu op terug kijk, zat ik natuurlijk gewoon in een overlevingsmodus. Ik wilde bewijzen dat ik net zo goed was, en misschien zelfs wel beter, dan mijn witte collega’s.
„Ik deed de persoonsbeveiligingsopleiding en de arrestatieteamopleiding. Wilde verder. In 2005, mijn vrouw was zwanger van ons tweede kind, werd ik voor het eerst uitgezonden naar oorlogsgebied. Ik ontsnapte daar aan een aanslag en dat werd een eyeopener. Mijn oude instructeur, de beste groepscommandant die ik ooit had, vroeg bij terugkomst of de overstap wilde maken naar het interregionaal arrestatieteam van de politie Amsterdam-Amstelland. Dus ik ging mij weer bewijzen. Zoals ik mijn hele leven al had gedaan. Die commandant wilde ik graag opvolgen. Maar dan moest ik een hbo-managementopleiding doen. En naar de politieacademie. Ik deed het allemaal. Maar promotie kon ik vergeten. Ik was een goed teamlid, maar riep door mijn grote mond te veel weerstand op.
„Ik was er toen wel even klaar mee. Ik vertrok naar Bonaire om daar chef opsporing bij de politie te worden. Een bureaubaan. Dat viel na al die intensieve jaren nogal tegen. En ik kreeg te maken met een heel ander soort discriminatie. Ik was als enige hoogopgeleid. Mijn collega’s vonden mij een ‘makamba’; dat is een scheldwoord voor witte Nederlander. Het deed meer pijn dan alle drek die ik in Nederland over mij heen had gehad. Ik vond dat heel naar. Via via kon ik tijdelijk in Amerika aan het werk als beveiliger van de Amerikaanse R&B-artiest Usher. En dat legde de basis voor een heel nieuwe richting; ik werd bodyguard.
„Na de tournee met Usher ging ik met mijn gezin terug naar Nederland. Ik hoopte weer aan de slag te kunnen bij de politie of defensie, maar ik kreeg overal nul op het rekest. Om geld te verdienen, ging ik zelfs in een snoepfabriek werken. Gelukkig kon ik na een tijdje weer aan de slag als bodyguard. Dit keer in de entourage van dj Martin Garrix. Ik vlieg sindsdien de hele wereld over en heb het enorm naar mijn zin.
„Ik sprak op een gegeven moment oud-collega Nooitmeer. Hij zei ‘We zijn écht bezig om te veranderen. Ga eens praten met de plaatsvervangend commandant van het opleidingscentrum’. Het gesprek met haar vond plaats in Apeldoorn. Drie uur voor ik met Martin Garrix naar Parijs vloog voor de halve finale van de Champions League. Zij was zo overtuigend dat ik besloten heb om als reservist aan de slag te gaan. Ik begin als majoor en word uiteindelijk luitenant-kolonel. De rang die ik altijd ambieerde. Ik hoop zo een rolmodel te worden, en iets terug te kunnen doen voor de mooie organisatie die mij heeft gevormd.”
Bron: NRC
Als SMC'er ontvangt u zes keer per jaar het rijk geïllustreerde tijdschrift Marechaussee Contact.
Meld u meteen aan om mee te doen!
Marechaussee heeft handen vol om West-Brabant en Zeeland veilig te houden
Schiphol verwacht een drukkere zomervakantie
Samenwerking voor groei van kazernes op de Veluwe
Deze meneer zal moeten bellen om zich op te laten halen
Samenwerking voor ceremoniële inzet paarden KMar en Franse Gendarmerie