Gepubliceerd op: 2-8-2025
Hoe is het om trans te zijn in de Nederlandse krijgsmacht? ‘Lange tijd voelde het legeruniform als mijn enige echte identiteit. Het leger gaf me structuur, discipline, een doel. Maar diep van binnen wrikte er iets.’
Nederland loopt al decennialang voorop als het gaat om inclusiviteit binnen de krijgsmacht. In 1974 werd het het eerste land ter wereld waar homoseksuele mensen openlijk mochten dienen in het leger. Veertig jaar later, in 2014, volgde een belangrijke volgende stap: transgender personen konden voortaan hun juridische geslacht wijzigen zonder medische eisen zoals chirurgie of sterilisatie, een doorbraak die ook voor hen openlijke militaire dienst mogelijk maakte.
Robin (33)
Luitenant ter zee der tweede klasse oudste categorie, Koninklijke Marine
Wanneer ik in de spiegel kijk, betrap ik mezelf erop dat ik op zoek ben naar de persoon die ik van binnen al bén. Mijn naam is Robin. Ik ben twee jaar geleden uit de kast gekomen als transgender. Eerst bij mijn beste vrienden, daarna bij mijn ouders en uiteindelijk bij mijn collega’s bij de marine. Ik deelde het mee tijdens een plenaire vergadering. Het voelde kwetsbaar, maar ook eerlijker dan ooit.
Weinigen weten hoe dicht ik bij opgeven was.
Nadat mijn relatie eindigde met mijn toenmalige vriendin, was ik helemaal de weg kwijt. Ik herkende mezelf niet meer. Diep van binnen wist ik dat ik een man was. Maar opnieuw uit de kast komen? Weer uitleggen, weer die angst. Ik dacht: ik kan dit niet nog een keer. Ik schaamde me, alsof er iets mis was met mij. Ik functioneerde niet meer, kreeg paniekaanvallen. Mijn vrienden zeiden: ‘Je hebt hulp nodig’. En dat klopte.
Bij de militaire arts brak ik. Ik werd doorverwezen naar de geestelijke gezondheidszorg. De psychiater zei: ‘Je moet worden opgenomen’. Ik stribbelde tegen. ‘Ik ben toch niet gek?’ Maar na een zwaar weekend belde ik terug. ‘Ik trek het niet meer.’ De volgende ochtend checkte ik in bij de militaire psychiatrische kliniek in Utrecht.
Daar veranderde er iets. Op mijn eerste dag ontmoette ik een andere trans man. Hij hielp me niet alleen bij de aanmelding voor de genderkliniek, maar nam me zelfs voor het eerst mee naar de herenafdeling van een kledingwinkel en naar een herentoilet. Dat klinkt klein, maar het betekende alles. Eindelijk voelde ik me gezien. Niet meer alleen.
Ik ben bij de marine gegaan uit een verlangen naar avontuur. Dezelfde drang die ooit ook mijn vader dreef. Ik hield van het reizen, het ritme van het water, het gevoel deel uit te maken van iets groters. Toen wist ik het nog niet, maar ik was al begonnen aan een ander soort reis: een innerlijke.
De transitie gaat langzaam. Ik wacht nu al bijna drie jaar. Sinds kort is er groen licht voor behandeling. De borstoperatie is gepland, de hormonen komen eraan. Mijn lichaam voelt nog als een uniform dat me niet past. De marine steunt me grotendeels. Er is een netwerk van trans mensen in het leger. We komen ten minste één keer per jaar bij elkaar. We hebben een whatsappgroep. Jarenlang dacht ik dat ik de enige was. Maar wat blijkt? In het gebouw naast me zit ook iemand zoals ik.
De geestelijke gezondheidszorg binnen Defensie is sterk gericht op onder andere PTSS en trauma’s. Maar op het gebied van transgenderzorg is er nog veel onwetendheid. De meeste professionals hebben weinig ervaring met trans personen. Ik ben blij dat ik lotgenoten vond. Niet iedereen heeft dat.
Ik heb inmiddels een relatie met iemand die van me houdt zoals ik ben. Iets waarvan ik nooit dacht dat het zou kunnen.
Op de foto bedek ik een deel van mijn gezicht, niet uit schaamte, maar omdat ik nog steeds groei. Mijn uiterlijk loopt nog achter. Maar net als op een schip kijk ik vooruit, naar de horizon. Het pad is nog niet helemaal helder, maar ik weet waar ik naartoe ga.
Finn (46)
Wachtmeester der eerste klasse, Koninklijke Marechaussee, Veteraan
Ik denk dingen graag goed door. Of het nu gaat om de voorbereiding op een uitzending of een training, het geeft me duidelijkheid. Maar mezelf begrijpen? Dat duurde langer.
Ik werk als trainer bij de Koninklijke Marechaussee en zit al ruim 25 jaar bij Defensie. Toch leefde ik lange tijd niet als mijn volledige zelf. Ik leefde als lesbische vrouw, maar dat voelde nooit echt goed. Alsof je bijna de juiste maat draagt, maar het zit toch niet lekker.
In 2011, tijdens een missie in Afghanistan, was ik aan het trainen met mannelijke collega’s. Terwijl ik hen observeerde, voelde ik: dat ben ik. Geen plotseling moment, maar een stille waarheid die opkwam. Pas in 2015 kwam de volledige realisatie toen ik een artikel las over een trans man. Ik herkende mezelf. Eindelijk had het een naam. Een richting.
Ik vertelde het eerst aan mijn ouders. Beiden reageerden heel begripvol. Kort na ons gesprek kwam mijn moeder met een lijstje jongensnamen, en samen kozen we mijn nieuwe naam. Later gingen we met z’n drieën naar het gemeentehuis om het officieel te registreren.
Met die steun durfde ik op mijn werk uit de kast te komen. Ik zei: mijn naam is Finn. Hij/hem. Ik ben in transitie. Sommigen begrepen het meteen, anderen hadden tijd nodig en dat is oké. Mensen moeten wennen. Als je geduldig blijft, komt het meestal goed.
In het begin sliep ik op een kamer met een vrouwelijke collega. Ik was nog niet aan de hormonen en voelde me niet op mijn plek bij de mannen. Gelukkig kreeg ik later mijn eigen kamer. Dat hielp: privacy hebben, terwijl mijn lichaam en identiteit langzaam op één lijn kwamen.
Inmiddels weten mensen niet beter. Ik word volledig als man gezien. Maar ik kies ervoor om open te zijn over mijn trans achtergrond. Niet iedereen kan of durft uit de kast te komen. Als iemand mij ziet, in uniform, op de Pride-boot, en zich daardoor minder alleen voelt, is het al de moeite waard.
Ik zit in het bestuur van de SHK, het lhbti+-netwerk binnen Defensie. We bieden steun en gaan in gesprek met leidinggevenden over praktische verbeteringen, zoals snellere aanpassingen van werk-ID’s, geschikte uniformen en onze transgenderinformatiegids.
Wat er in de Verenigde Staten gebeurt, maakt mij verdrietig en woedend. Trans personen worden uitgesloten van militaire dienst. Getrainde, bekwame individuen worden aan de kant gezet vanwege wie ze zijn. Een bekende gevechtspiloot, een trans vrouw, met meer dan zestig voltooide missies, bestuurt met precisie een miljoenen kostend vliegtuig en is medisch en psychologisch goedgekeurd. Zelfs is ze bereid te dienen onder een opperbevelhebber die haar bestaan niet erkent.
Er is een negatief reisadvies voor trans personen naar de VS. Op inreisformulieren moet je je geboortegeslacht invullen, en als dat niet overeenkomt met hoe je eruitziet, kun je worden tegengehouden of vastgezet. Ik weiger te liegen over wie ik ben. Dit is waar trans personen tegenaan lopen: onzichtbaar zijn of uitgesloten worden.
Mijn verleden in een vrouwelijk lichaam heeft geholpen de man te vormen die ik nu ben. Ik weet hoe er soms over vrouwen gepraat wordt, en ik spreek mensen daar direct op aan.
Ik heb er niet voor gekozen om trans te zijn. Ik heb ervoor gekozen om gelukkig te zijn. Dat heeft me sterker gemaakt, als mens, als partner en als militair.
Tess (38)
Korporaal der fuseliers eerste klasse, Koninklijke Landmacht
Ik zit al meer dan veertien jaar bij het leger. Het grootste deel van mijn volwassen leven droeg ik een uniform. Lange tijd voelde dat als mijn enige echte identiteit. Het leger gaf me structuur, discipline, een doel. Maar diep van binnen wrikte er iets.
Ik probeerde het te compenseren: ik trainde hard, liet een baard staan. Toen ik toestemming vroeg, schreef ik zelfs: ‘om me mannelijker te voelen’. Dat was een duidelijk teken, maar ik was er nog niet klaar voor.
Tijdens het herstel van een kleine ingreep had ik eindelijk rust om na te denken. Ik zag een video van een Amerikaanse veteraan, een trans vrouw, die haar verhaal vertelde. Het raakte me. Alsof ze mijn leven beschreef. Voor het eerst zag ik een versie van mezelf die klopte. Ik had nooit een rolmodel gehad. Dáárom is zichtbaarheid zo belangrijk.
Toch kwam ik niet meteen uit de kast. Dat kostte tijd. En moed. Ik herinner me nog dat ik met collega’s in een wegrestaurant in Duitsland zat, terwijl ze grappen maakten over gender en jongetjes in Elsa-jurken. Ik wist toen al wie ik was, en ik was doodsbang. Als ze dit ooit weten, loopt het slecht af, dacht ik. Maar ik had het mis. Toen ik uiteindelijk uit de kast kwam, kreeg ik steun. Mijn commandant hielp me het gesprek met mijn eenheid aan te gaan. Zelfs de collega die ik het meest vreesde, steunde me.
Er moesten wat dingen aangepast worden. Voor mijn operatie begon ik de vrouwendouches en -toiletten te gebruiken. Eén collega voelde zich daar eerst ongemakkelijk bij, wat ik begreep. We praatten erover, en maakten de afspraak de toegangsdeur naar de douches op slot te doen en aan te kloppen voor het binnengaan. Respect betekent luisteren en meebewegen, van beide kanten.
De transitie was zwaar: wachten, tegenslagen, vertragingen. Op een gegeven moment zat ik er helemaal doorheen. De huisarts van Defensie hielp om afspraken te versnellen. Mijn militaire training, de discipline, het doorzettingsvermogen, hield me op de been.
Ik ben trots op hoe ver ik ben gekomen. Alleen mijn stem is nog niet precies zoals ik het wil, zelfs na een operatie. Maar ik ben geen acteur meer in mijn eigen lichaam.
Wat er in de VS gebeurt, waar trans mensen uit het leger worden gezet, vind ik onbegrijpelijk. Deze mensen willen juist dienen. Hen uitsluiten is geen kwestie van ongeschiktheid, maar van respectloosheid. Als ik soms stemmen in de Nederlandse politiek hoor, tegen trans mensen, besef ik: dit kan hier ook gebeuren.
Ik wil gewoon mijn werk doen, en als ieder ander behandeld worden. Ik ben nog steeds dezelfde persoon, met dezelfde waarden en hobby’s. Vandaag ga ik motorrijden met mijn broer. Ik respecteer anderen, en hoop op hetzelfde terug.
Bron: Trouw
Als SMC'er ontvangt u zes keer per jaar het rijk geïllustreerde tijdschrift Marechaussee Contact.
Meld u meteen aan om mee te doen!